'Nieuwe spoorlijnen Eindhoven-Antwerpen en Breda-Utrecht aanleggen', zegt D66

11 september 2020 om 11:47 • Aangepast 18 september 2020 om 11:34
nl
Brabant moet een beroep doen op het nieuwe Wopke-Wiebes-investeringsfonds van het rijk om rechtstreekse spoorlijnen aan te leggen tussen Breda en Utrecht en Eindhoven en Antwerpen.
Profielfoto van Jan de Vries
Geschreven door
Jan de Vries

Dat stelde de Provinciale Statenfractie van D66 vrijdag voor. Provinciale Staten bespraken de mobiliteitsplannen zoals die begin dit jaar werden gepresenteerd. Het rijk heeft 20 miljard uitgetrokken (het zogenoemde Wopke-Wiebes-fonds) voor langetermijninvesteringen, zoals projecten in de kennisontwikkeling, infrastructuur, onderzoek en innovatie.

Volgens Arend Meijer van D66 kunnen rechtstreekse spoorlijnen ervoor zorgen dat Eindhoven en Breda zich ontwikkelen tot belangrijke spoorknooppunten. En dat is weer goed om mensen uit de auto in de trein en de bus te krijgen.

De discussie over hoe het vervoer in Brabant in de toekomst geregeld moet worden kreeg een heel ander karakter dan begin dit jaar werd gedacht. De coronacrisis heeft daarvoor gezorgd. Veel meer mensen werken thuis. Steeds minder mensen nemen de bus en de trein. En er stappen steeds meer mensen op de elektrische fiets.

Snelfietspaden
Het uitgangspunt van slimme, groene en duurzame mobiliteit blijft onveranderd. Een van de belangrijke punten uit het plan, namelijk de aanleg van snelfietspaden, werd door bijna alle fracties omarmd. De provincie wil nu 'volle bak door' met de ontwikkelingen van snelfietspaden, zei gedeputeerde Christophe van der Maat. De ambitie was lange fietspaden zodat fietsers over lange afstand vol gas kunnen geven. Nu wil hij met gemeenten die al ver zijn met de aanleg van wat kortere snelfietspaden kijken of die dan alvast aangelegd kunnen worden.

Een ander belangrijk punt in het plan is het bereikbaar houden van het platteland. Die ambitie wordt ook door vrijwel iedereen gedeeld. Maar het zal in de toekomst niet zo zijn dat er naar elk gehucht een bus rijdt. Er wordt eerder gedacht aan hubs in grotere plaatsen waar mensen uit de gehuchten op eigen gelegenheid naar toe kunnen gaan en vanwaar ze verder kunnen met bijvoorbeeld het openbaar vervoer.

De coronacrisis heeft er dus toe geleid dat de visie op mobiliteit aan het veranderen is. “Ik weet niet hoe het zal gaan met het openbaar vervoer. Hoe zit dat met mondkapjes? Kunnen we nog met meer mensen vervoer delen? Het zijn nieuwe ontwikkelingen. Maar ze betekenen niet dat wij onze ambitie op beter openbaar vervoer laten vallen,” aldus de gedeputeerde.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.