Zij willen zelfs een dakloze in huis nemen: ‘Want je voelt je zo hulpeloos’
Iedere dinsdag- en donderdagmiddag staat er een rij daklozen voor Poels Hofje in de Lambert de Wijsstraat. Deze dinsdag is het ijzig koud, sommige daklozen zijn er al een half uur voordat het open gaat. Ze mogen in de gang wachten. “Als we ze nu al binnenlaten, is het einde zoek. Want ze pakken wat ze pakken kunnen, dan moeten we steeds eerder beginnen”, legt Jacqueline uit.
Met de beperkte middelen die ze hebben, maken drie vrijwilligers in het keukentje een maaltijd klaar voor zo’n 70 daklozen. Tweegangen, dit keer is het soep en daarna pasta. Jacqueline en Liesbeth helpen iedere donderdag met het bereiden van de maaltijd. Jacqueline doet het al jaren, haar vriendin Liesbeth haakte vorig jaar aan.
“Dan denk ik: ik gooi thuis wat spullen op de grond en laat ze binnen.”
Dat ze kunnen helpen, geeft een goed gevoel. Maar niet altijd, zegt Jacqueline: “Je voelt je wel eens hulpeloos. Want je kunt niet altijd doen wat je wilt. Als het zo koud is als nu, denk ik: ik gooi bij mij thuis een paar spullen op de grond en laat ze vannacht binnen zitten.” Liesbeth voelt hetzelfde, maar toch: “Zo ver kun je niet gaan.” “Nee”, reageert Jacqueline. “Uit zelfbescherming, want wij zijn allebei alleen en je weet niet wat eruit voort komt.”
Dus wint verstand het van gevoel, zegt Jacqueline gelaten: “Want je hebt ook te maken met alcohol en drugs. Zo iemand moet geholpen worden. Als ik ze in huis zou nemen, komt daar helemaal niks van.”
Het is iets voor vier. Een paar minuten eerder dan anders gaan de deuren toch maar vast open. Iedere dakloze meldt zich bij zuster Lily. De meesten kent ze wel. Ze groeten haar met een vluchtige blik en lopen snel door, naar het koffieapparaat of het toilet. Want die heb je niet op straat.
Onder de bezoekers veel verweerde gezichten, getekend door een ongezond leven in weer en wind. Maar ook jongeren. Dat zijn vaak Oost-Europese arbeidsmigranten die werkloos zijn geraakt. Guillaume is een zelfbenoemd ‘politiek vluchteling’ uit België: “Ik heb geen inkomen en geen rechten, daarom ben ik uit België gevlucht.”
"Alle eer voor de Tilburgers. De gemeente werkt alleen maar tegen."
Leven is overleven, legt Guillaume tussen de happen soep door uit. Hij krijgt hulp van aardige Tilburgers: “Alle eer voor hen. De gemeente werkt alleen maar tegen.” Sinds een paar maanden is hij regelmatig bezoeker van Poels Hofje. “Ik kom hier graag. Je wordt hier gerespecteerd en het eten is lekker. Dit maakt heel veel ellende goed.”
Mohamed zit achter een flink bord pasta. Hij is illegaal in ons land, en wil daarom alleen onder een schuilnaam met ons praten. Hij komt uit Afrika en leeft hier 23 jaar zonder verblijfsvergunning. Het leven op straat is moeilijk, legt hij uit: “Ik ben veel ziek. Heb hoofdpijn, buikpijn, rugpijn.” Sinds een jaar komt hij bij Poels Hofje. “Ze zorgen hier heel goed voor mij. Ik krijg hier warm eten en dat is voor mij heel belangrijk.”
Om zes uur ’s avonds is het afgelopen en gaat iedereen naar huis. Liesbeth en Jacqueline zijn moe maar voldaan. “De mensen zijn zo dankbaar. Je voelt dat je toch iets hebt kunnen doen voor de mensen die het minder hebben”, zegt Jacqueline. Liesbeth: “Ook als ze geen Nederlands spreken, laten ze in gebaar toch zien dat ze het waarderen dat we dit doen. Daar doen we het voor, voor die mensen.”
DIT VIND JE OOK INTERESSANT:
Ex-dakloze Perry helpt nu lotgenoten: ‘Het waren gewoon jongens als ik’
De komende dagen lees je hier meer verhalen over daklozen. We spreken dak- en thuislozen en we gaan kijken hoe de daklozenopvang is geregeld in Hasselt, in België.