Imker Ad zag deze winter vier van zijn tien bijenvolken doodgaan
Alle imkers van bijenvereniging Bijerijstad kwamen dinsdagavond bij elkaar om te kijken hoeveel volken de winter zijn doorgekomen. En dat valt tegen. 25 procent heeft de winter niet overleefd. Van de 237 volken zijn er nog 177 over.
Ad van der Heijden uit Mariaheide is voorzitter van Bijerijstad en zelf al meer dan veertig jaar imker. “Ik ben imker van tien volken. Vier van mijn volken hebben de winter niet overleefd. In andere jaren raakte ik hoogstens één volk kwijt. Dit is mij nog nooit overkomen.”
Dat er zoveel bijen sterven heeft twee oorzaken. Als eerste is dat volgens Van der Heijden de hele lange warme zomer. “Bijen zijn heel erg lang blijven vliegen”, legt de imker uit. “Ze hebben wel veel voedsel verzameld, maar ze hebben zelf niet genoeg gegeten om de winter in te gaan.”
"Het is een persoonlijk drama voor imkers."
De andere oorzaak is de varroamijt. Deze mijt leeft in de bijenkast. Sinds 1984 heeft Nederland daar last van. “Die bestrijden we wel, maar het is lastig om deze mijt helemaal weg te krijgen”, zegt Ad. “Als de mijt met de bij in de winter in de kast zit, is dat slecht voor de bij. De mijt bijt door het pantser van de bij en zo komen er virussen door die gaatjes. Daar kan de bij niet tegen.”
“Het is in eerste instantie een persoonlijk drama voor de imkers”, vertelt de imker verder. “Het is onze hobby om zo goed mogelijk voor onze beestjes te zorgen.” Maar bijen worden ook gebruikt bij tuinders om de gewassen te bestuiven. “Er zijn nogal wat bestuivingsimkers in Nederland, ook in onze vereniging. Die kunnen nu niet genoeg volken aanleveren om bijvoorbeeld al die aardbeien en paprika’s te bestuiven.
"We moeten er met zijn allen aan werken."
Een van de oplossingen tegen de bijensterfte is bijen kweken die beter tegen de varroamijt kunnen. “Daar zijn ze al heel ver mee”, zegt de voorzitter. “We krijgen een generatie bijen die de larven van de varroamijt al uit de korf pikt voordat ze volwassen zijn.”
Dan is er nog steeds het probleem van klimaatverandering. “Tja, daar moeten we met zijn allen aan werken”, zegt Ad. “Het is wel zo dat ik gewone Nederlandse bastaardbijen houd. Die passen zich het beste aan het klimaat aan.”