Tentoonstelling: Draadkrachtig
Weef- en borduurkunst 1920-1970
Uitgangspunt
voor de tentoonstelling is Dieu Avertit, een wandkleed van Adya van Rees dat vroeger in de eetkamer van De Wieger hing. Het kleed zit nu in de collectie van het TextielMuseum, maar komt voor de duur van de tentoonstelling 'thuis'! Verder zijn tapijten, kleden en ontwerpen te zien die een beeld geven van een halve eeuw weef- en borduurkunst, vaak gerelateerd aan De Wieger, van onder meer Bart van der Leck, Moissey Kogan, Willem van Konijnenburg, Hans Bayens, Pieter Wiegersma, Maud Muller Massis, Maria van Elk en Anna Verwey. Bij de tentoonstelling wordt een activiteitenprogramma samengesteld met lezingen en workshops.
Een kleed in opdracht
In 1923 maakte huisarts Hendrik Wiegersma kennis met Adya en Otto van Rees. Het echtpaar woonde tijdelijk in Deurne, waar ze bijkwamen van een zwaar treinongeval. De ontmoeting was zeer bepalend voor Wiegersma: het zette hem tot schilderen aan en zijn huis werd een ontmoetingsplek voor kunstenaars. Adya en Otto waren graag geziene gasten in De Wieger. Beide kunstenaars maakten werk in opdracht voor de Wiegersma’s; Otto diverse schilderijen en Adya het wandkleed Dieu Avertit (1929). Op oude foto’s is nog te zien hoe het werk achter de eettafel hangt. In 1910 maakte Otto een prachtig verstild portret van de bordurende Adya. De Wieger heeft dit schilderij vorig jaar aan kunnen kopen. Het is vanaf 24 mei voor het eerst op zaal te zien.
Monumentaal borduurwerk
Niet voor niets lieten Hendrik en Nel Wiegersma een geborduurd wandkleed ontwerpen. Dankzij de populariteit van de Engelse Arts & Crafts Movement en later het Duitse Bauhaus en in Nederland De Stijl, beleefde de textielkunst een herwaardering. Borduurwerk was lang weggezet als een hobby voor dames uit de gegoede klasse, maar nu zag men hernieuwd de artistieke waarde van dit veelzijdige medium in. De talentvolle Adya zorgde er wel voor dat haar werk niet in de hoek van de ‘huisvlijt’ terecht kwam. Ze ontwierp een modern, hoekig tafereel en koos voor een groot formaat. Met een breedte van 234 centimeter en een hoogte van 190 centimeter heeft het kleed een monumentale uitstraling. Naast dit werk is een ‘Sint Lucas’ door Adya te zien. Ze maakte het kleed voor haar zoon Luc. Het werd onlangs aan De Wieger geschonken en dankbaar aanvaard, want er is maar weinig borduurwerk van Adya bewaard gebleven.
Voorliefde voor textiel
Adya was niet de enige textielkunstenaar die dicht bij de familie Wiegersma stond. Ook familievriend Moissey Kogan maakte verschillende borduurwerken. In de tentoonstelling zijn enkele geabstraheerde naakten en religieuze voorstellingen van zijn hand te zien. Binnen de familie zelf werd ook geborduurd en geknoopt. Zowel Pieter als Friso Wiegersma, twee van de vijf zoons van Nel en Hendrik Wiegersma, maakten wandkleden. Enkele van deze kleden zijn onderdeel van de tentoonstelling. Van Hans Bayens, een vriend van Pieter Wiegersma, is een kleed uit de jaren 50 te zien. Bayens maakte slechts enkele kleden; zijn bekendheid ontleent hij aan zijn schilder- en beeldhouwwerk. Dat dit kleed zo goed bewaard is gebleven en straks te zien in De Wieger, is een unicum. En tot slot de Deurnese Willi Martinali. Van hem heeft De Wieger meerdere werken in collectie. Hij begon als schilder, maar ontpopte zich min of meer per toeval tot een begaafd naaldkunstenaar.
Veelzijdig beeld
Het verhaal van deze kunstenaars uit de kring rond De Wieger wordt aangevuld met dat van tijdgenoten. Samen geeft dit een beeld van de veelzijdigheid en artisticiteit van de weef- en borduurkunst in de periode 1920 tot 1970. Zo is een ontwerp van Bart van der Leck te zien en een abstract kleed van De Stijl-gerelateerde kunstenaar Hans Polak dat hij in de jaren twintig ontwierp voor Metz & Co. Van Anna Maria Blaupot ten Cate, Janna Doebele-Visser en Anna Verwey is abstract werk uit latere jaren te zien. Van onder meer Dick Elffers, Maria van Elk en Maud Muller-Massis wordt kleurrijk en soms ook geappliqueerd werk getoond. Bijzonder is het kleed dat Ernestine van der Linden-’t Hooft maakte van het buitenverblijf van de familie Van Dam Van Isselt. Ernestine was bevriend met Lucie van Dam van Isselt, van wie De Wieger werk in collectie heeft.
De ‘borduurschool’ van Willi Martinali
Willi Martinali was een begrip in Deurne. Met zijn exotische looks en bohemien levensstijl maakte hij de tongen los. Menigeen vond Willi een vreemde vogel en tegelijk vond hij veel bijval, mede door de ‘borduurschool’ die rond hem ontstond. Zowel in Deurne als Helmond kwamen vrouwen bijeen om onder leiding van de kunstenaar te borduren. Hij zorgde voor de ontwerpen, de vrouwen voor de uitvoering. Dit resulteerde in grote hoeveelheid hoogstaande werken in een naïeve, soms Cobra-achtige stijl. Dit fenomeen is zo bijzonder en de kwaliteit van het werk zo hoog, dat De Wieger hier een aparte tentoonstelling aan wijdt. Deze vindt van 18 augustus t/m 1 december plaats in De Ateliers van De Wieger.