Het Berlijnse museum 'Gemäldegalerie' kocht het werk meer dan 100 jaar geleden bij een kunsthandel in Londen. Precieze bewijzen ontbreken over wat er voor die tijd allemaal met het schilderij is gebeurd.
MariabroederschapKoldeweij denkt dat Bosch het schilderij gemaakt heeft voor de kapel van de Mariabroederschap in de Sint Jan. Dat zou in de periode zijn gebeurd dat Bosch lid werd van dit elitegezelschap. Het werk hoorde bij een altaar dat tijdens de reformatie ondergedoken is waarna het in stukken zou zijn opgedeeld.
Een groep Bosch-kenners onderzoekt voor het Jeroen Boschjaar alle bekende schilderijen van Jeroen Bosch. Ze gebruikt hiervoor alle technische middelen die er zijn om verflagen heel precies te bekijken en om door de verf heen te kijken naar de tekeningen die er onder zitten.
Goede contactenHet is belangrijk werk, omdat over het werk van Bosch en over zijn leven nog veel vragen zijn. Maar bovendien levert het de organisatoren van het Jeroen Boschjaar goede contacten op met de musea waar ze later werken willen lenen voor de grote Jeroen Boschtentoonstelling in 2016.
Volgens Koldeweij ondersteunt het technisch onderzoek aan 'Johannes op Patmos' zijn idee. De manier waarop het schilderij is gemaakt, lijkt heel erg op een ander schilderij dat volgens Koldeweij ook onderdeel was van hetzelfde altaar in de Sint Jan.
Te veel detailsOverigens zijn niet alle deskundigen het met hem eens. De curator van de Gemäldegalerie Stephan Kemperdick denkt dat  'Johannes op Patmos' veel te gedetailleerd is voor een altaarstuk, Omdat de kerkgangers afstand hielden van het altaar zouden ze al die details nooit kunnen zien.