De foto van het kind werd kort na de ramp gevonden aan de Kwartiersedijk in Fijnaart. Zestig jaar lang was onbekend wie het kind was. De heemkundekring greep de zestigjarige herdenking van de watersnoodramp aan voor een ultieme oproep. Daar reageerden drie mensen op.
VermoedenAl enkele jaren twijfelde Dankert Maris van de heemkundekring Fijnaart en Heijningen over het jongetje op de foto. "Ik dacht dat het mijn buurjongetje was, maar ik kon de familie niet bereiken dus ik wist het niet zeker", vertelt Maris. Hij heeft dus jarenlang gezwegen tot deze oproep. "Toen kwam de nicht van Cootje. Zij had de foto via de oproep in de media herkend. Toen durfde ik mijn vermoeden wel uit te spreken." Maris herinnert zich nog steeds het kleine jongetje van drie: "Cootje kwam bij ons altijd snoepjes halen."
Nichten en neefBep Lagerwerf-de Geus herkende de foto van Jacobus Antonius Markus in de media. "Ik ben thuis foto's van de familie gaan zoeken en toen bleek dat het om Cootje ging. Ik heb meteen contact opgenomen met de heemkundekring." Bep Lagerwerf-de Geus is een nicht van de vader van Cootje. Ze is erg blij dat Cootje nu herkend is.
Uit de vergetelheid"Ik vind het een fijn gevoel voor Cootje. Die kindjes hebben nauwelijks geleefd en nu worden ze uit de vergetelheid gehaald. Ze worden een klein beetje herdacht en daarom ben ik er achteraan gegaan."
Van de familie van de moeder van Cootje meldde zich ook een nicht en neef. "Wij bezochten samen deze tentoonstelling toen mijn broer opeens zei: 'ik denk dat dit ons neefje is'. Ik ben ook thuis de foto's gaan bekijken en kwam tot de conclusie dat het klopte", aldus Jopie Vogelaar. Haar broer, Co van Dongen, geeft de impact van de ramp op hun familie weer: "Bij ons werd er niet over gepraat. Ik heb mijn opa in een nacht grijs zien worden. En zodra het stormde kon hij niet slapen."
GezinHet huis van het gezin Markus stond destijds aan de Volkerakweg in Heijningen. Het gezin bestond uit vader Koos, moeder Rina en drie zoons. De oudste zoon was Nico, Cootje was de middelste en de jongste telg heette Henk. Koos was vrachtwagenchauffeur bij een bedrijf in Bergen op Zoom. Het hele gezin werd na de ramp tijdelijk begraven in Roosendaal en daarna herbegraven op de Hervormde begraafplaats in Fijnaart.
Tijdens de rampnacht op 1 februari 1953 kwamen 76 mensen uit Heijningen om het leven, tien procent van de totale bevolking. Onder hen dus het hele gezin Markus. Volgens Dankert Maris hadden ze geen schijn van kans. ''Ze zijn verrast door het water dat in minder dan tijd opkwam. Ze zijn dan ook allemaal in hun pyjama's gevonden.''
De foto van Cootje krijgt nu een prominent plekje in het Watersnoodhuis in Heijningen, met naamsvermelding.