BioMoer: poep is geld
Biomoer is twee jaar geleden begonnen met een biovergistingsinstallatie. Dat is een groot vat waar mest in gaat, maar ook reststoffen vanaf het boerenbedrijf. Want zo zagen vier Moerstraatse boeren, van wat onze bedrijven afscheiden, kunnen we bruikbare energie maken. Een aardbeien- en aspergekweker, twee melkveehouders en een akkerbouwer staken de koppen bij elkaar en begonnen BioMoer.
HandelDat bleek niet alleen de eigen boerderijen van stroom en warmte te kunnen voorzien, maar gewoon lucratieve handel. Boeren zijn ondernemers. Dus er moet geld verdiend worden. Brood op de plank. Dat doen ze met hun eigen bedrijf en samen met energieleveranciers. 25.000 ton mest wordt er vergist. Maar aan die mest wordt vanalles toegevoegd voor het juiste vergistingsproces. Mais bijvoorbeeld. Wat geen van de boeren zelf verbouwen, maar extern laten aanrukken.
De minister wil niet dat voeding, zoals mais in biovergisters komt. Dus als het echt milieuvriendelijk en klimaatneutraal moet, dan moeten de boeren op zoek naar een alternatief. En dat is er. Gras. Berggras, natuurgras, zoals dat gemaaid wordt door boeren, waterschappen en wegbeheerders. Alleen dat gras heeft een hele andere gistingsmethode. Die duurt langer en heeft meer ruimte nodig. En dus gaat BioMoer uitbreiden. Om het allemaal nog milieuvriendelijker te doen, het opwekken van energie uit mest.
Dan naar de mensen die tegen deze uitbreiding zijn. Die zijn sowieso tegen de vergistingsinstallatie. Waarom? Omdat het verhaal van de boeren volgens hen doordrenkt is van leugens. Volgens de dames van de Stichting Behoud van het Halsters Laag is de biovergistingsinstallatie helemaal niet rendabel. Is het allang niet meer zo dat er alleen uit restproducten van de Moerstraatse boeren energie wordt gewonnen. Nee. Er worden vrachtwagens vol pulp, varkenslijm, mais, gras etc. aangerukt om nog maar een beetje aan de koeienpoep te kunnen verdienen. Want poep is geld, moet je weten.
Genaaid door de politiekDaarbij vinden ze dat ze genaaid zijn door de politiek. Moerstraten ligt namelijk op de grens van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal. En, om het nog mooier te maken, BioMoer ligt deels op Roosendaals grondgebied en deels op Bergs grondgebied. Nou stond bij de vorige uitbreiding van BioMoer de vergunning in de Roosendaalse Bode en niet in de Bergse Bode. Dus tegen de tijd dat ze er in Moerstraten achter kwamen, was alles al geregeld. En dat gaan ze zich geen tweede keer laten gebeuren.
Hoe kan het toch dat mensen die voor de natuur en het milieu zijn, tegen een biovergistingsinstallatie zijn. Dat lijken dezelfde belangen. Duurzaam, milieuvriendelijk. Maar kennelijk niet als je tegenover een biovergistingsinstallatie woont. En als je je er in gaat verdiepen wat voor chemische processen daar plaatsvinden en dat ook nog op grote schaal straks, dan word je bang.
Not in my backyardDat wil je niet in je achtertuin. Als dan het verkeer ook nog toeneemt, dan zijn de zorgen in de buurt compleet. Voor je het weet woon je niet meer in een prachtig buitengebied, maar op een industrieterrein, waar bedrijfsmatig energie wordt gewonnen uit mest.
De clou van dit verhaal zit hem in het dorpse. De boeren liggen geweldig goed in de Moerstraatse gemeenschap. Het dorp is trots op de duurzame energie die zomaar in hun polder milieuvriendelijk wordt opgewekt. De boze buurtbewoners in het buitengebied noemen dat de oogkleppen van Moerstraten. De dorpelingen zien niet en willen niet zien wat voor een gevaar er op ze afkomt, en daarom trekken ze ten strijde. Als natuurliefhebbers tegen duurzame boeren. Want voor je het weet is het zo'n succes, dat je je prachtige huis wel in de verkoop kan doen.