Drugsdeskundige NFI: 'Laboratoria steeds groter, kan voor behoorlijke ongevallen zorgen'
Zo'n vijftien keer per jaar worden drugsdeskundigen van het Nederland Forensisch Instituut betrokken bij politieonderzoeken in drugslaboratoria. Bij die bezoeken valt volgens Hoitink duidelijk op dat de labs groeien: "Van een ketel van honderd liter tot een ketel van soms wel 1500 liter."
Ook worden het er meer. Hoitink grinnikt als de voor de hand liggende link naar de populaire televisieserie Breaking Bad gemaakt wordt. Daarin werken een scheikundeleraar en een oud-leerling samen in de productie van metamfetamine. Ze produceren de drugs in een enorm klinisch schoon laboratorium met grote blinkende ketels.
Dat soort labs komen ook in het echte leven voor. "Het ene lab maakt een keurige, opgeruimde georganiseerde indruk", vertelt Hoitink. "Andere laboratoria zijn een vieze bende."
Wanneer de deskundigen van het NFI een drugslaboratorium onderzoeken, letten ze op verschillende dingen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken hoeveel drugs er geproduceerd had kunnen worden. Ook zijn de onderzoekers benieuwd of er nieuwe drugs opduiken en natuurlijk wordt gekeken naar de risico's voor de omgeving, want die zijn zeer zeker niet ondenkbaar.
"Als je kijkt naar de productie van amfetamine, dan kun je denken aan zoutzuurgasdampen", legt Hoitink uit. "Daarin zit toch wel een behoorlijk risico. Bij MDA, de werkzame stof in XTC, moet je vooral denken aan brandbare stoffen en gassen."