Video

Woedende inwoners Budel op informatieavond: 'Dat de 1200 asielzoekers oprotten!'

23 mei 2014 om 01:10 • Aangepast 24 april 2020 om 13:10
nl
Ongeveer honderd inwoners van de gemeente Cranendonck waren donderdagavond aanwezig op de informatieavond van de gemeente over de komst van twaalfhonderd asielzoekers in de voormalige Nassau-Dietzkazerne in Budel. De eerste vluchtelingen arriveerden vorige week, donderdag hebben al iets meer dan driehonderd asielzoekers een verblijfplaats gekregen in Budel.
Geschreven door

De meeste inwoners die naar de bijeenkomst in Budel kwamen, waren woedend. "Twaalfhonderd asielzoekers is veel te veel", roept een aanwezige man voor de ingang van het gemeenschapshuis in Budel. "Oudere mensen gaan ze allemaal uit bejaardenhuizen halen, om daar asielzoekers in te duwen. Dat is allemaal leuk en aardig, maar in Budel zijn dat er veel te veel. Het dorp is daar veel te klein voor en ik kan daar niet mee omgaan."
"Waarom kunnen die asielzoekers niet in een ander land worden opgevangen? Dat ze oprotten! Ik kan mij daar echt kwaad over maken. Iedereen gaat hier er op achteruit en we moeten allemaal geld bijleggen voor die zwartjoekels, om ze te helpen."
'Mosterd na de maaltijd, die hoef je ook niet meer'De inwoners van Budel zijn ook kwaad op de gemeente. "Waarom nu pas een informatieavond?", vraagt een oudere vrouw zich hardop af. "De eerste asielzoekers zijn toch al in Budel aangekomen. Dat is gewoon mosterd na de maaltijd."
Toch waren er niet alleen maar tegenstanders op de informatieavond. Een van de aanwezige jongeren vindt het juist prima dat Budel de asielzoekers te hulp schiet. "Zolang we er geen last van hebben, waarom niet in Budel", zegt hij.
Komst asielzoekersVorige week stemden burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck in met de komst van maximaal twaalfhonderd asielzoekers. In de voormalige kazerne komen sowieso negenhonderd asielzoekers uit Eritrea en Syrië.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.