In maart werd bekend dat de naheffing die Brabantse gemeenten dreigen te krijgen omdat ze te weinig restafval leveren aan Attero kan oplopen tot 47 miljoen euro.
De gemeenten hebben lang geleden een contract gesloten met de afvalverwerker en moeten tot en met 2017 samen ten minste 510 ton (510.000 kilo) restafval aanbieden. Maar vanwege afvalscheiding wordt steeds minder restafval opgehaald en sinds 2011 is dat minder dan 510 ton.
Dreigende boetes compenserenGemeenten vinden het onrechtvaardig en ongemakkelijk dat ze worden gestraft omdat ze hun afval goed hebben gescheiden. "Het is lastig aan burgers uit te leggen, die dan ook weer meer moeten gaan betalen", aldus wethouder Gerard Stoffels van de gemeente Cuijk bij de NOS.
Attero (voorheen Essent Milieu) is nu nog eigendom van zes provincies en 116 gemeenten en wordt voor 170 miljoen euro verkocht aan investeerder Waterland. Onze provincie is met bijna 31 procent de grootste aandeelhouder. De gemeenten willen dat de opbrengst wordt gebruikt om de dreigende boetes te compenseren.
Politiek verbaasdBrabantse politici zijn niet te spreken over het beleid van de afvalverwerker. De PVV-statenfractie vindt de boeteheffing vreemd omdat Attero volgens het provinciebestuur geen gebrek heeft aan klandizie, zo blijkt uit Statenvragen. De partij wil dat het provinciebestuur Attero op andere gedachten brengt.
De Veldhovense wethouder Nicole Ramaekers vindt dat de rekening van Attero niet uit te leggen valt. Burgemeester Hans Gaillard van Son en Breugel wil een betere oplossing, in een reactie zegt hij: "De maatschappelijke realiteit verdraagt zich niet met het 'contract is contract.'"