Vrijdag was het zeventig jaar geleden dat de geallieerden op D-Day aan land kwamen in Frankrijk. De bevrijders waren vooral Amerikanen en Britten, maar ook leden van de Prinses Irene Brigade. De brigade van nu was er afgelopen vrijdag bij, samen met de oud-strijders van toen.
"Ik kan daar wel eens boos over worden", vertelt Herbrink in het Franse Arromanches. "Dan zeggen ze, die van de Irene Brigade hebben er maar een beetje achteraan gelopen, die hebben geen gevaar gezien. Maar dat klopt helemaal niet, wij hebben wel degelijk gevochten. Op verschillende plaatsen in Frankrijk, in België en ook in Nederland. Wij hebben bijvoorbeeld Tilburg mee bevrijd."
Engels sprekende troepenOverste Nico Boom van het 17e pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene bevestigt dit. "De geallieerden kozen rond D-Day voor Engelssprekende troepen, het was logistiek al zo'n ingewikkeld en lastig proces, dus wilden ze enkel soldaten die Engels spraken.
De Irene Brigade is dan wel pas in augustus aan land gekomen, maar ook zij hebben hun bijdrage geleverd."
'Ik hoorde de kogel langs mijn oor suizen'Herbrink: "Ik moest in mijn eentje op patrouille, ik vond het raar, maar echt tegensputteren was er niet bij. Ik moest informatie overbrengen aan de Belgen die even verderop zaten. Op de terugweg kwam ik langs een diepe krater in de weg, van een bominslag, en die lag vol met water. Daar werd ik beschoten."
Hij gaat verder: "Ik hoorde de kogel langs mijn oor suizen. Ik ben op de grond gaan liggen, in de hoop dat die Duitser dacht dat ik geraakt was. Ik heb daar liggen wachten, ik weet niet meer hoe lang, misschien een kwartier, misschien langer. Een van ons moest een keer opstaan. Dat was hij. Toen heb ik hem neergeschoten. Ik heb er tot op de dag van vandaag nog nachtmerries van."