Nop van Hoof leerde Willem Smulders, alias Rooie Fik, als jonge jongen kennen. Hij denkt met warme gevoelens terug aan de zwerver. "Zwerver is niet helemaal het juiste woord. Hij had wel onderdak. Maar het liefst was hij buiten. Hij was marskramer. Niemand vond hem echt aardig en hij had geen vrouw of vrienden. De Rooie Fik is wel een man die het dorp kleur bracht. We zullen hem nooit vergeten."
Willem Smulders dankte zijn bijnaam aan zijn opvallende rode snor en haar. Hij liep altijd in een veel te grote jas, afgetrapte schoenen en een petje op z'n kop. Meestal was ie alleen. Vaak liepen er katten achter hem aan. Van Hoof: "Hij was een echte dierenvriend en de dieren waren ook gek op hem."
Ballade'Niet beter, niet slechter dan gij of dan ik, zo was onze Willem, zo was Rooie Fik', klinkt het refrein van de 'Ballade van Rooie Fik', ooit geschreven door Jan Naaijkens en muzikaal vertaald door het Biks Trio. Naast deze ballade is er nog meer dat aan de markante zwerver herinnert. Er is Rooie Fik Bier en er is een kaasje naar de zwerver genoemd.