Spreeuw en zwaluw verdwijnen uit Brabantse gebieden waar veel landbouwgif gebruikt wordt
Om precies te zijn gaat het om de hoeveelheid van de stof neonicotinoïde imidacloprid in het oppervlaktewater. Gif wat op het land gebruikt wordt, komt namelijk uiteindelijk in het water terecht. Op plaatsen waar die concentratie hoog is, loopt het aantal vogels sneller terug.
Voedselvergiftiging“We hebben ervoor gekozen om te kijken naar insecteneters die veel voorkomen, zoals de spreeuw en de boerenzwaluw”, vertelt Ruud Foppen van Sovon Vogelonderzoek. Dat soort vogels is afhankelijk van het boerenland om te overleven, omdat ze de insecten die daar in de buurt leven eten.
Boeren gebruiken landbouwgif om hun gewassen te beschermen tegen die insecten. Door neonicotinoïde imidacloprid raken insecten verlamd en sterven ze. De vogels eten die insecten op. Het is nog niet precies duidelijk of de vogels uit dit soort gebieden verdwijnen omdat ze te weinig voedsel kunnen vinden of omdat hun voedsel vergiftigd is.
CijfertjesWaar meer dan twintig nanogram gif per liter in het water gevonden wordt, neemt het aantal vogels in de omgeving af. Hoe meer van de giftige stof er gevonden wordt, des te harder daalt het aantal vogels. Gemiddeld verdwijnt per jaar 3,5 procent van de vijftien vogelsoorten die werden onderzocht.
Het is voor het eerst dat er een duidelijk verband wordt gevonden tussen de aanwezigheid van een bepaalde stof en de hoeveelheid vogels.
BrabantVooral in West-Brabant is er een aantal plekken waar te veel neonicotinoïde imidacloprid wordt gevonden. Op vier punten werd zelfs nog een flink hogere concentratie dan de 20 nanogram per liter gevonden.
Overigens scoort Brabant in vergelijking met de rest van Nederland niet slecht. In de Randstand werden concentraties van maar liefst 1000 nanogram per liter gevonden.