Inwoner uit Sleeuwijk biecht diefstal uit Gouden Koets op aan Koning Willem-Alexander
Het koord uit het interieur van de Gouden Koets kreeg Cor Priele letterlijk in handen toen hij als jonge brandwacht de koets moest bewaken. Samen met twee collega's waren ze op een tentoonstelling in Rotterdam verantwoordelijk voor het pronkstuk, dat daar maandenlang werd geëxposeerd.
Ravotten in en op de Gouden Koets De Gouden Koets stond drie maanden op de bewuste expositie en al die maanden was het voor Priele en zijn collega's 24 uur op en 24 uur af. "Op een gegeven moment dacht ik, ik ga op de bok zitten", zegt Priele. Al naar gelang de tijd verstreek werden de mannen uit verveling ook steeds brutaler. "Het ging dienst doen als een soort wachthuisje, je kon er heerlijk in zitten. En we deden zelfs tikkertje op, in en rond de Gouden Koets".
En daar ging het fout Lang ging het goed. Maar toen Priele met zijn brandweerlaars achter de Koninklijke bank bleef hangen en daarmee een koninklijk koordje losrukte, sloeg de paniek toe."Ik had de Gouden Koets beschadigd, ik schrok me rot."
Zwijgen over het koordjeHet drietal besloot te zwijgen omdat het vrijwel zeker was dat ze uit 'de dienst' ontslagen zouden worden als bekend zou worden hoe het koordje los was geraakt. Cor nam het koordje mee naar huis en bewaarde het meer dan vijftig jaar in een potje. Omdat zijn medeplichtigen inmiddels al lang overleden zijn en Cor Priele zelf ook al in de tachtig is, besloot hij schoon schip te maken.
'Beste Koning Willem-Alexander' In een brief aan de koning beschrijft de oud-brandweerman gedetailleerd wat er destijds is gebeurd en biedt hij zijn oprechte verontschuldigingen aan.
Daarnaast zou hij graag van de koning willen horen of hij het ontbrekende koordje alsnog terug wil hebben. Als de Koning besluit dat Priele het koordje mag houden dan wil hij het schenken aan het Nationaal Brandweermuseum.