Vrijdagnacht ontsnapte Otto aan een aanslag toen hij een afspraak had met een inwoner van Poppel. “Toen ik aanklopte en de deur openging, werd ik door de man meteen met een pistool beschoten. Gelukkig kon ik nog op tijd wegduiken. De kogel raakte mijn hals en schampte mijn halsslagader”, vertelt Otto terwijl hij de wond in zijn hals laat zien.
“Mijn vriendin die in de auto was blijven zitten, kwam uit de auto en begon hysterisch te gillen toen ze zag wat er gebeurde. De dader schrok daar enorm van. Het gaf ons de gelegenheid om ervandoor te gaan. Mijn vriendin heeft mijn leven gered.”
Infuus onder de armOtto is daarop met zijn vriendin naar het clubhuis van de motorclub in Poppel gereden, waar de Tilburgse afdeling van de motorclub zijn thuisbasis heeft. Enkele clubleden brachten met spoed hun gewonde president naar een ziekenhuis in Tilburg.
“Daar werd na onderzoek geconstateerd dat ik veel geluk heb gehad. Toen meerdere onderzoeken duidelijk hadden gemaakt dat mijn verwondingen niet ernstig waren, heb ik het ziekenhuis verlaten. Ik ben met het infuus onder de arm naar buiten gelopen. Thuis heb ik de naald eruit getrokken.” In een van de keukenkastjes in zijn huis ligt nog het infuus.
PrivéaangelegenheidOtto benadrukt dat de motorclub er niets mee te maken heeft. Otto: “De ontmoeting was een privéaangelegenheid. De aanslag was voor mij een complete verrassing. Ik wist niet dat hij het op mij had gemunt, anders had ik mijn vriendin niet meegenomen. Ik snap er niets van. Volgens mij heeft hij zoveel problemen dat hij in een psychose was geraakt.”
Het slachtoffer heeft geen aangifte gedaan bij de politie. “Veel te veel gedoe. Dan had mijn vriendin ook nog moeten getuigen en dat wilde ik haar niet aandoen. Verder adviseer ik mijn leden ook altijd om geen aangifte te doen”, zegt Otto. In sommige media is te lezen dat hij ‘het zelf wel zou oplossen’. Otto: “Maar dat heb ik pertinent niet gezegd.”
Otto wil niet zeggen wie de dader van de aanslag is. “Hij is geen lid van No Surrender en ook niet van een andere motorclub. Het is iemand met veel problemen.” Otto: “Ik ben flink geschrokken, maar nu ben ik weer rustig. Ik heb ook geen zin om onder te duiken.”