Ambulancepersoneel staat letterlijk voor paal en is woud van sleutels, pasjes en codes zat
Paaltjes, poortjes, slagbomen, sluisjes. Overal in iedere gemeente heb je ze. En overal is er een ander systeem om ze te kunnen openen. Voetgangersgebieden in de Brabantse binnensteden, maar ook op de campings, bedrijventerreinen en natuurgebieden stikt het van de afgesloten zones.
Cruciale minutenAmbulancepersoneel is het gehannes met steeds weer verschillende codes, sleutels en pasjes zat. Juist dat kost tijd, vaak maar een paar minuten, maar voor iemand die in levensgevaar verkeert, zijn dat cruciale minuten die het verschil tussen leven en dood kunnen maken.
Tot nu toe hebben de vertragingen nog geen dramatische gevolgen gehad. “Maar dat risico lopen we wel”, zegt Ger Jacobs, directeur van de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord. Volgens hem is ‘het sleutelprobleem onbeheersbaar geworden’.
Roep om uniform systeemHet probleem kan volgens Jacobs voor een deel worden opgelost wanneer gemeenten, Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat zouden kiezen voor een uniform systeem om wegen en weggetjes af te sluiten. Zoals het er nu naar uitziet vinden gemeenten dat te duur.
“De hulpdiensten maken al gebruik van één communicatiesysteem: C2000. Waarom zou zo’n uniform systeem ook niet ingevoerd kunnen worden voor het afsluiten van de publieke ruimte?”, vraagt Jacobs zich af.
Zware sleutelbosTot voor kort was elke ambulancebemanning uitgerust met een zware bos vol sleutels en pasjes van slagbomen en palen die eventueel in de weg zouden kunnen staan bij een spoedgeval. Met dat soort kingsize sleutelbossen gaan de ambulances niet meer op pad. “We kunnen niet langer verwachten dat ons personeel dat allemaal nog uit elkaar houdt”, zegt de RAV-directeur.
Het beleid van de Regionale Ambulance Voorziening is voor een deel al veranderd. Er kwamen zoveel sleutels van allerlei organisaties dat ze dat wel moesten inperken. Sportverenigingen, campings en andere particulieren hoeven niet meer aan te komen met een pasje of een sleutel, maar zijn bij een calamiteit zelf verantwoordelijk om alles open te zetten als er een ambulance in aantocht is. Maar het probleem met de paaltjes en slagbomen die onder de gemeenten, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer vallen, is daarmee niet opgelost.
Groot werkgebied De uitgestrektheid van het gebied waarin de Brabantse ambulances werken, maakt de situatie er ook niet eenvoudiger op. Jacobs kan zich nog herinneren dat er bij de GGD in Breda ‘slechts’ zes ziekenwagens stonden. De bemanningen van die ambulances kenden hun werkterrein als hun broekzak en wisten altijd wel hoe ze een paal of slagboom open moesten krijgen.
Tegenwoordig is tweederde van Brabant hun werkterrein. Soms steken ze de provinciegrens over. Het is intussen volstrekt normaal dat een ambulance uit Bergen op Zoom aan de slag moet in Dongen. Jacobs: “Dan kun je niet langer verwachten dat onze mensen meteen weten hoe de een of andere slagboom of paal moet worden geopend.”
Kettingzaag Mocht zich zo’n geval voordoen, dan belt de ambulancebemanning voor de zekerheid met de politie. Die is, net als de brandweer, meestal beter bekend met de lokale situatie. Maar even goed kunnen ook die hulpdiensten met het probleem komen te zitten dat ze niet weten hoe ze verder moeten.
Als de nood aan de man komt heeft de brandweer altijd nog een kettingzaag om zich door een slagboom heen te zagen. Ambulances hebben dat soort werktuigen niet aan boord. “Moeten wij ook een kettingzaag meenemen? En een koevoet? En een snijbrander? Volgens mij is het niet de bedoeling dat onze mensen op zo’n manier hun weg naar een spoedgeval moeten forceren”, zegt Jacobs.
'Pappen en nathouden'Zo lang er geen uniform systeem van afsluitingen komt, blijft het pappen en nathouden, vreest de RAV-directeur. Dat leidt niet alleen tot gevaarlijke situaties, maar het ziet er ook niet uit.
“Ik heb meegemaakt dat een van onze medewerkers in de drukke binnenstad van Breda voor een paaltje in de Veemarktstraat stond. Daar kwam hij dan aanrijden, met zijn dure auto vol hightech spullen en een zwaailicht op het dak. Om daarna twee minuten te staan hannesen met zo’n paal. Dat kan toch nooit goed zijn voor de beeldvorming?”
Dit is een coproductie van Omroep Brabant en BNDeStem.