Busmaatschappij Veolia in Breda zoekt nabestaanden van omgekomen BBA-medewerkers
Achter het hoofdkantoor van busmaatschappij Veolia in Breda staat een bronzen plaquette met daarop de zeven namen. Namen van medewerkers van de BBA, die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen 1940 en 1944.
Van twee van hen, A.P.M. van de Casteel en C.H. Otten is bekend hoe ze zijn omgekomen. Maar van de vijf anderen E.F. van der Heijden, A. van den Enden, J.A. Honk, P. Rommers en C. Cas is alleen de naam bekend.
Op zoek naar nabestaanden“We hebben gezocht in de eigen archieven en die van de stad Breda en de Den Bosch”, vertelt Ben Dwars van Veolia Transport Brabant in Breda.
“Maar zelfs de functies van de vijf medewerkers van hen zijn bekend. In december 1945 werd door de BBA een monumentje voor hen opgericht in het toenmalige hoofdkantoor in Breda. Hoe ze zijn overleden weten we gewoon niet. We zoeken nabestaanden die het ons kunnen vertellen. Op 29 oktober is Breda 70 jaar bevrijd. Dat willen we graag stilstaan bij ‘onze’ doden.
'Dodenbus'De oorlogsgeschiedenis van twee medewerkers op de plaquette, een buschauffeur en -conducteur, is wel bekend. Ze kwamen op 1 september 1944 om het leven bij een luchtaanval van de geallieerden in Etten-Leur. Een Amerikaans jachtvliegtuig beschoot de bus vanuit de lucht. Dertien passagiers in de bus, en chauffeur Albert Van de Casteel en conducteur Cornelis Otte, lieten het leven.
Over de 'dodenbus' maakte omroep MAX een paar jaar geleden een documentaire. Zoon Loek van de Casteel uit Breda werkte daaraan mee. “De dood van mijn vader heeft mijn verdere leven bepaald”, vertelt hij. “Extra wrang is het dat hij die dag eigenlijk helemaal geen dienst had. Op verzoek had hij het werk van een collega overgenomen”.
ReactiesKen je de namen van de BBA-slachtoffers? Laat het Veolia weten! Mail: [email protected].