Dat blijkt uit het onderzoek van Marie-José Geenen, docent aan Avans Hogeschool. Geenen hoopt op vrijdag 19 december te promoveren aan de Open Universiteit in Heerlen met haar proefschrift 'Veroordeeld tot verbondenheid'.
VersterkenGeenen onderzocht welke rol de pedagogische verbintenis tussen groepsleiders en jongeren heeft en hoe die versterkt kan worden. Daarvoor sprak ze onder meer met jongeren en begeleiders bij de jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda. Daar verblijven zo'n 70 jongens in de leeftijd van 12 tot ongeveer 21 jaar.
Geenen: ''Dit is de eerste keer dat in de praktijk uitgebreid is getoetst hoe verbintenissen tussen groepsleiders en jongeren werken.'' De groepsleiders hebben volgens Geenen soms een grotere invloed dan de gedragsdeskundigen die de jongeren individueel begeleiden.
‘Echtheid van een relatie’De jongeren en groepsleiders gaven in het onderzoek aan dat ‘de echtheid van een relatie’ een belangrijke rol speelt. Groepsleiders verwachten van jongeren dat ze eerlijk zijn. Jongeren willen oprechte aandacht en geen begeleiders die zich verschuilen achter een professionele houding.
De sleutel om de verbintenis tussen groepsleiders en jongeren zo sterk mogelijk te maken ligt volgens Geenen voor een groot deel bij de groepsleiders. ''Groepsleiders geven elkaar te weinig feedback, terwijl ze aangeven hier veel van te kunnen leren. Daar moeten inrichtingen hun begeleiders bij ondersteunen”, aldus de promovenda.