Tranen die niet opdrogen: Zoni Weisz uit Uden verloor 70 jaar geleden zijn familie in Auschwitz
In zijn huis in Uden zit Zoni Weisz in zijn stoel. Achter hem in de hoek staat zijn gitaar. Zijn gerimpelde vingers houden een zwartwit foto vast. Een andere ligt voor hem op de salontafel. "Mijn ouders zaten al in de trein met mijn broer en zusjes. Zij waren al eerder opgepakt." 'Rennen voor je leven'Ook de jonge Zoni kon niet wegkomen. "Later hadden ze ons te pakken en zouden wij op het station in Assen herenigd worden, maar een Nederlandse agent hielp ons ontsnappen. Hij zei, als ik zo mijn pet afneem dan moeten jullie rennen voor je leven", vertelt Zoni terwijl hij met zijn vingertoppen langs de rand van de fotolijst gaat. "We kwamen toevallig in een andere trein terecht, een gewone passagierstrein. Zo wisten we te ontkomen. Er is daarna nog lang klopjacht op ons gemaakt, maar we hebben het gered." Dat was niet het geval voor zijn familie. 'Twee foto's is alles'"Ik weet niet precies wanneer ze zijn omgekomen, maar in de nacht van 2 augustus 1944 hebben de nazi's in één klap het complete zigeunerkamp vergast. Mijn vader is omgekomen in het werkkamp Mittelbau Dora", vertelt Zoni Weisz nog zichtbaar geroerd. Het enige wat Zoni nog heeft van zijn gezin zijn twee foto's. Een van zijn vader, een van zijn moeder. Zijn adem stokt als hij naar de foto's kijkt. "Ik kan bijna niet praten, het zit nog zo onder de oppervlakte." Weisz sluit zijn ogen.Onder zijn oogleden voelt hij de tranen weer opwelllen. De tranen die nooit zullen opdrogen.