'Bonnie en Clyde' spreken over overval Lage Mierde en rooftocht door Nederland: 'Liep uit de hand'
De ontvoeringen, berovingen en mishandelingen waren niet gepland, maar gebeurden omdat 'alles uit de hand liep', zo zeiden de twee maandag voor de rechtbank in Assen.
Volgens Van der Ploeg had 'al het leed' niet hoeven gebeuren. "We wilden alleen maar wegkomen. Het was een situatie die ons overkwam. Het ging ons om onze vrijheid. Geld was een middel, geen doel."
'Actie-reactie'Bircan, die een groot deel van de eerste van de vier zittingsdagen innig de hand van haar vriend Van der Ploeg vasthield, zei: "Het was actie-reactie. We kicken niet op geweld."
Dat het duo tijdens de weken durende rooftocht nietsontziend geweld gebruikte, was omdat hun slachtoffers niet of onvoldoende meewerkten om die vrijheid te behouden, zo probeerden ze duidelijk te maken. "We wilden niemand opzettelijk pijn doen", hield Bircan (20) de rechters voor.
Lage Mierde: medelijden met slachtofferVan der Ploeg verklaarde dat er op een gegeven moment 'geen weg meer terug was'. Dat leidde in Lage Mierde, waar de twee werden betrapt toen ze inbraken in een woning, tot een worsteling waarbij een man zwaargewond raakte aan zijn gezicht. Het duo hield er vier mensen onder bedreiging met een vuurwapen uren vast.
Maar volgens Van der Ploeg waren ze verder wel 'normaal' met hun slachtoffers omgegaan. "Eén van hen was erg bang, hij trilde. Ik had medelijden en heb hem een hand gegeven. Een soort van belofte: ik doe je niets, je kunt me vertrouwen."
'Ze wilde niet rustig worden'Bircan bekende ook dat ze een 52-jarige vrouw uit Meppel, bij wie het tweetal op 10 februari 2014 inbrak, met een steelpan hard op het hoofd had geslagen maar 'pas nadat ze niet rustig wilde worden'. "Als ze dat wel had gedaan, had ik niet met die pan geslagen. We wilden niet dat door haar geschreeuw de politie werd gealarmeerd."
De Meppelse werd, om haar te dwingen de code van de kluis te geven, twee keer met een mes in haar been gestoken. Daarna werd ze in haar auto meegenomen naar de Oostvaardersplassen bij Lelystad en daar midden in de nacht onder takken en een boomstam bloedend en vastgebonden achtergelaten.
'We zijn niet onmenselijk'Maar onderweg werd zij 'gelijkwaardig' behandeld, aldus het tweetal. "Als ze drinken wilde, kreeg ze dat. Als ze moest plassen, stopten we. We gaven haar een jas. We hebben ook medeleven betoond. We zijn in die zin niet onmenselijk."