Het Leenderbos in Zuidoost-Brabant is al jaren het toneel van oprukkende wilde zwijnen. Die zorgen met name in het gebied voor een gespannen relatie tussen boeren, jagers, burgers en recreatieondernemers. Vorig jaar veroorzaakte een overstekend zwijn het eerste dodelijke slachtoffer.
Afschieten - of niet?Sinds het ontstaan van de zwijnenproblematiek pleiten sommigen voor het afschieten van de beesten. Dit zou voorkomen dat er meer slachtoffers vallen. Bovendien zouden boeren dan minder overlast van de zwijnen hebben.
Partij voor de Dieren-lijsttrekker Thieme ziet dit niet zitten en komt dan ook in actie. Volgens haar zijn er meer wegen die naar Rome leiden. Ze ziet het afschieten van de zwijnen dan ook niet als oplossing voor het probleem.
Natuur zou het prima zelf kunnen regelen"Doodschieten staat lijnrecht tegenover hoe wij aankijken tegen de natuur", zegt ze. "Als er veel dieren van een bepaalde soort in de natuur voor komen, is er minder voer aanwezig en zal de populatie instorten." Thieme denkt dan ook dat de natuur het prima zelf af kan.
Om doden te voorkomen, pleit ze voor meer afzettingen om de wilde zwijnen ook in het bos te houden. Het zwijn uit het bos laten verdwijnen is volgens haar géén optie. "We hebben juist zo ontzettend weinig soorten in Nederland. Het is ontzettend belangrijk voor de natuur om ook wilde zwijnen te hebben."
Zwijn zorgt voor variatieWilde zwijnen zorgen voor veel variatie in de natuur. Ze wroeten in de grond en zorgen zo voor bodemrijkheid. Daarnaast brengen ze door het graven zuurstof aan in de grond, wat de natuur ten goede zou komen.