Jeroen Oerlemans was samen met een Britse journalist en een gids onderweg naar de grens tussen Syrië en Turkije. Door een miscommunicatie werd de route omgelegd en liep het gezelschap zo een Jihadistisch tentenkamp binnen.
'Teleurstellend'Ze worden gevangen genomen. Op de tweede dag van de ontvoering proberen ze te ontsnappen. Na driehonderd meter worden ze opgemerkt door de extremistische strijders. "Met Kalashnikovs werden we door dertig man beschoten. De kogels gierden ons om de oren. Ik raakte gewond, maar heb veel geluk gehad want de vitale delen werden niet geraakt", zo schetste Oerlemans de situatie eerder. Alleen de gids wist te ontkomen, terwijl Jeroen en de Brit werden teruggevoerd naar het kamp.
Ondertussen werd de familie van Oerlemans uitgenodigd voor een crisismeeting op het ministerie. "Voor mijn familie een zeer teleurstellende bijeenkomst", zo zegt de fotograaf in de Volkskrant. Zijn vrouw kreeg meteen te horen dat er geen geld zou worden betaald en dat er niet zou worden onderhandeld.
Na vijf dagen kwam Oerlemans met hulp van vrienden en een Brits recherchebureau vrij. Van de ambassade wilde volgens Oerlemans niemand naar het grensgebied komen.
'Onwetendheid'Later bleek dat niet de Nederlandse, maar de Turkse inlichtingendienst een cruciale rol heeft gespeeld bij de bevrijding. De operatie die tot de bevrijding van Oerlemans leidde, werd aangevoerd door sjeik Farwaz, een lokale commandant van het Vrije Syrische Leger, die goede contacten heeft met de Turken.
Oerlemans kreeg later volgens De Volkskrant wel nog bezoek van een Nederlandse ambassademedewerker, maar die 'blonk uit in onwetendheid'.