Roosendaal geeft schilderijen terug, bij andere Brabantse musea hebben zich geen eigenaren gemeld
Op de lijst van de Nederlandse Museumvereniging staan bijna 200 kunstwerken waarmee iets aan de hand zou kunnen zijn. De vereniging heeft indertijd een groot aantal kunstwerken onderzocht om te bekijken of de herkomst compleet helder is. Kunstwerken uit de Tweede Wereldoorlog waren al eerder onderzocht; bij dit onderzoek ging het om kunstaankopen in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog omdat uit die tijd ook al twijfelachtige transacties bekend zijn.
Van Abbemuseum Dat betekent bijvoorbeeld dat twee schilderijen van het Van Abbemuseum op de lijst kwamen omdat uit de papieren bleek dat een van de eigenaren Kaufmann heette. Omdat dat een Joodse naam zou kunnen zijn en omdat niet de complete geschiedenis van de schilderijen duidelijk is, kwam er op de lijst een vraagteken bij de schilderijen te staan.
Het Van Abbe heeft in de afgelopen jaren niet meer informatie over de schilderijen kunnen vinden. Verder heeft niemand de schilderijen geclaimd zoals in Roosendaal wel het geval was. Gevolg: de twee schilderijen zijn nog steeds bij het Van Abbe.
Jan CunenHetzelfde geldt voor een schilderij van de kunstenaar Stroebel dat in de collectie van Jan Cunen in Oss zit. Het werk is in 1943 in Den Haag verhandeld. Het tijdstip en de kunsthandel maken de transactie verdacht. In de afgelopen jaren heeft Jan Cunen geen extra informatie over het schilderij kunnen vinden en ook is er niemand die het werk heeft geclaimd.
Het Noordbrabants Museum heeft een schilderij van Jan Sluijters dat ooit in de collectie van de Joodse kunsthandelaar Goudstikker zat. Wanneer en hoe het verkocht is, is onduidelijk. Het museum heeft contact gelegd met de nabestaanden van Goudstikker maar die hebben het schilderij tot nu toe niet geclaimd.