Rechtbank Breda draait boete 'illegale' Roemeense schilders terug
De Roosendaalse eigenaar huurde in 2013 twee Roemenen in voor het schilderen van zijn huis. Dit deed hij zonder tewerkstellingsvergunning. Volgens de overheid was hij daarom strafbaar. De eigenaar kreeg een boete van negenduizend euro.
De overheid baseerde zich destijds op een Europese overgangsregeling. Die stelt dat arbeiders van nieuwe Europese lidstaten de eerste zeven jaar mogen worden geweerd, om zo een grote migrantenstroom te voorkomen. Roemenië kwam in 2007 bij de Europese Unie.
'Geen onderscheid'Maar de overheid mocht de eigenaar niet beboeten, vindt de rechter nu. De rechtbank baseert zich op een handelsverdrag uit 1912, dat stelt dat Japanners zonder vergunning toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt.
De rechter vindt dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen Japanners en Roemenen. Nu zouden voor de Roemenen strengere voorwaarden gelden dan voor de Japanners, omdat zij alleen kunnen werken met een vergunning.
Geen Japanners werenHet verdrag met Japan kwam in 2013 boven water, toen in een andere zaak bekend werd dat minister Asscher op basis van die overeenkomst geen Japanners mocht weren van de Nederlandse arbeidsmarkt. Het verdrag is nog geldig en kan worden opgezegd, maar daarvoor moeten eerst de Eerste en Tweede Kamer akkoord gaan.
De rechter heeft naar aanleiding van het verdrag de boete van negenduizend euro voor de Roosendaalse huiseigenaar teruggedraaid. Dit kan gevolgen hebben voor de andere bekeuringen die de overheid de afgelopen jaren uitdeelde. Volgens Trouw, dat hierover woensdag schrijft, kan de rekening voor de Staat oplopen tot 200 miljoen euro.
Raad van StateOverigens is het laatste woord over deze zeer gevoelige kwestie nog niet gesproken. Er loopt nog een soortgelijke zaak bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter van Nederland. Die zaak gaat over een Bulgaar die zonder werkvergunning bij tien verschillende bedrijven werkte.
Al die tien bedrijven kregen een boete, maar menen nu door de uitspraak van de rechtbank in Breda dat die bekeuringen onterecht waren. De overheid verweert zich door te stellen dat de algemene regel voor derdelanders is dat ze een werkvergunning hebben. Daar zou één verdrag met Japan niets aan kunnen doen.
Over zes weken doet de Raad van State uitspraak.