Een omgeknapte electriciteitspaal in het buurtschap Oventje is het enige tastbare bewijs van de tornado die negentig jaar geleden een spoor van vernielingen aanrichtte in Zeeland. De cycloon kwam op maandagmiddag 10 augustus 1925 in de late middag vanuit Uden, Zeeland binnen.
In een mum van tijd raasde de windhoos over de buurtschappen Oventje, Trent, Graspeel en Langenboom. In totaal werden 121 huizen verwoest. Ook de molen in het Oventje en de kerk in Langenboom van de bekende architect Piërre Cuypers moesten eraan geloven.
'Meneer de koningin'Op 18 augustus bezocht toenmalig koningin Wilhelmina het rampgebied. Daarbij had ze onder meer een ontmoeting met boer Cornelis van den Elzen.
Van de zenuwen wist hij niet meer hoe hij het had en sprak vervolgens de legendarische woorden: 'Ut hed er nogal gespurriet meneer de koningin'. Volgens Piet van Gerwen, tornadodeskundige van de heemkundekring, wordt deze uitspraak zelfs na negentig jaar nog regelmatig aangehaald in Zeeland.  
Tornado leeft nog steeds in ZeelandDe tornado maakte niet alleen slachtoffers in Zeeland en Langenboom. Het natuurgeweld zorgde ook voor een enorme ravage in Borculo, met drie doden tot gevolg. Van de mensen die ramp van nabij meemaakten is inmiddels vrijwel iedereen overleden. Maar hun verhalen zijn zelfs 90 jaar later nog springlevend in het dorp.
Komende zondag is er een tentoonstelling over de stormramp te zien in het Heemhuis in Zeeland. Op maandagavond houdt de heemkundekring een lezing over de tornado.