Alle routes voor 380kV-hoogspanningslijn West-Brabant haalbaar, zegt onderzoeksbureau
Het onderzoeksbureau onderzocht de laatste maanden, op verzoek van minister Henk Kamp van Economische Zaken, de haalbaarheid van de zes ingediende routes voor de hoogspanningslijn tussen Borssele en Tilburg.
Deze hoogspanningsleiding in West-Brabant is nodig vanwege de toenemende vraag naar stroom en voor de levering van elektriciteit die windmolens aan de kust opwekken. Het plan liep vertraging op, omdat de gemeenten in opstand kwamen nadat het beoogde tracé vorig jaar volkomen onverwacht naar het zuiden werd verlegd.
Hoge kosten en complexVolgens de bezwaarmakers stonden de hoogspanningsmasten te dicht bij woonwijken en gingen ze dwars door natuurgebieden. In reactie op de kritiek bood Kamp de bezwaarmakers de kans om een eigen alternatief te zoeken. Twaalf van de vijftien gemeenten in Midden- en West-Brabant kwamen met alternatieve routes op de proppen die nu door Deltares zijn onderzocht.
De conclusie is dat alle alternatieven haalbaar zijn. Wel plaatst Deltares een kanttekening bij enkele alternatieve routes. “Uit de analyse op technische aspecten blijkt dat veel ingediende voorstellen op onderdelen complex of zeer complex zijn en mogelijk daardoor hoge kosten met zich meebrengen om ze tot uitvoering te brengen”, schrijven de onderzoekers.
Ondergrondse aanlegEr werd ook bekeken of de hoogspanningslijn niet deels ondergronds kan worden aangelegd. Vooralsnog is het voor Deltares onduidelijk of een ondergrondse aanleg tot de mogelijkheden behoort. Dit moet later duidelijk worden.
Eerder liet minister Kamp weten een voorkeur te hebben voor een hoogspanningslijn die Brabant zuidelijker doorkruist. Wanneer de keus uiteindelijk op die variant valt, willen veel gemeenten dat die route op een aantal punten wordt aangepast. Ook die optie is onderzocht en haalbaar geacht.
Reactie gemeentenDe West-Brabantse gemeenten konden maandag nog geen reactie geven op het rapport. Over een paar dagen hopen ze met een gezamenlijke eerste reactie te komen. Uiterlijk 7 september moeten ze die hebben ingediend bij het rijk.
Zowel het ministerie van Economische Zaken (EZ) als dat van Infrastructuur en Milieu gaat voorlopig niet in op het rapport en de reacties van gemeenten en belangengroepen. Eind september wordt besloten of en hoe ze worden verwerkt in de MER, het onderzoek naar de gevolgen voor het milieu van de gekozen oplossing. Een woordvoerder van EZ laat nog weten dat de aangedragen alternatieven kunnen bijdragen aan die nieuwe hoogspanningsverbinding. Het definitieve besluit over het tracé wordt begin 2016 genomen.