Delen van de les gaan ‘klassikaal’, zoals het opdreunen van het alfabet. De rest wordt geoefend in kleine groepjes. Ongeveer vijftig vrijwilligers springen bij om vluchtelingen de fijne kneepjes van de Nederlandse taal bij te brengen.
StruikelblokHet gezamenlijk opdreunen van het alfabet loopt vrij soepeltjes, maar het individueel opzeggen stokt bij de meesten al na enkele letters. Ook het oefenen van eenvoudige woordjes aan de hand van plaatjes is voor velen nog een struikelblok.
De verslaggeefster van Omroep Brabant neemt tot slot de proef op de som. En schotelt de leerlingen een aantal typisch Brabantse zinsneden voor.
FijnfisjenieVan ‘Houdoe en bedankt’’, ‘Witte gij ut’ tot natuurlijk ‘Fijnfisjenie’. Vooral de uitleg van het feest waarbij ‘Fijnfisjenie’ wordt gebruikt, schept grote verwachtingen bij de vluchtelingen.