Suzanne hielp vluchtelingen in Griekenland: 'Niemand wil een kind voor zijn neus zien doodgaan'
Ze zag gillende bootvluchtelingen, kinderen die de oversteek niet overleefden, 'concentratiekampachtige taferelen', maar ook mensen die haar omhelsden van geluk.
Nu ze bijna een weekje thuis is, kan ze er iets beter over praten. Maar de eerste dagen vielen haar zwaar. "Het is heel gek om weer hier te zijn, heel erg wennen. Ik wil er graag over praten, maar het voelt ook zo ver weg."
Overvolle boten op zeeSuzanne ging als vrijwilliger naar Griekenland voor de Stichting Bootvluchteling. Ze stond aan wal op Lesbos om bootvluchtelingen op te vangen.
In Athene hielp ze mee om een vluchtelingenkamp op te zetten. "In eerste instantie wilde ik een reis maken naar Zuid-Amerika. Maar toen ik de problemen met vluchtelingen zag, wist ik dat ik iets voor ze wilde doen."
Omstandigheden bar en boosDe omstandigheden waarin vluchtelingen verkeren, zijn bar en boos, vertelt Suzanne. De beelden gaan moeilijk van haar netvlies. Terwijl smokkelaars de boten overvol duwen, slaan veel van de boten midden op zee om.
"De mensen die wel aan land wisten te komen, klampten zich aan ons vast. Ze gilden dat er nog mensen in het water lagen. Wij seinden de kustwacht in, maar vaak kwam de hulp te laat. Iets wat ik nooit meer vergeet is een man die zwemmend aan land kwam met twee kinderen. De kinderen werden meteen gereanimeerd, maar al snel bleek dat ze niet meer leefden. De man had al zwemmend geprobeerd om de kinderen boven water te houden. Tevergeefs. Later bleek dat hij een vriend was van de vader van de kinderen."
Juichen, dansen en zingenJe zou denken dat reddingsvesten hulp kunnen bieden. Maar volgens Suzanne zijn deze vesten juist een groot probleem. "Aan de andere kant van het water worden ze voor veel geld verkocht aan vluchtelingen. Maar ze zijn van waardeloze kwaliteit, de vesten zijn gevuld met schuimrubber. Zodra mensen in het water vallen, zuigen ze zich juist vol en werken ze niet."
Naast die grote ellende kon ze gelukkig ook mensen helpen. Ze is blij dat ze echt iets kon betekenen. Vluchtelingen sprongen in haar armen als ze de reis hadden overleefd. Ze juichten, dansten en zongen.
"Het mooiste van mijn tijd in Griekenland is vooral de warmte die ik kreeg. Een kindje dat van een boot afkwam en me een knuffel gaf. Een kindje dat me een handje gaf en me niet meer wilde loslaten. Het zijn zulke kleine gebaren die veel betekenen."
Op de vlucht voor geweldAan het einde van haar vrijwilligerswerk is ze samen met een vluchtelingengezin van Griekenland naar Denemarken gereisd. Om mee te maken hoe zo'n reis verloopt en om te voelen hoe vluchtelingen zich voelen. "Ik heb vaak gedacht, dit had mij ook kunnen overkomen maar ik ben toevallig in Nederland geboren. Vluchtelingen dromen ook over dingen, zij studeerden ook en ik heb onderweg met ze gelachen."
Wel spreekt ze van een massa mensen, het zijn zoveel vluchtelingen dat het nauwelijks te bevatten is. De kampen waar ze verblijven, doen haar denken aan beelden uit de Tweede Wereldoorlog.
Ook merkte ze onderweg de weerslag van de aanslagen in Parijs. "Vluchtelingen waren geschokt dat zoiets in Parijs kon gebeuren. Europa is voor hen het veilige continent. Zij vluchten juist voor zulk geweld. Je merkte dat ze steeds meer haast kregen, ze waren bang dat grenzen zouden sluiten."
Nu ze bijna een week verder is, begint alles pas een beetje te landen. Het normale leven pakt ze weer op. In januari vertrekt ze naar Frankrijk voor promotieonderzoek van haar studie neurowetenschappen. Ze ligt gelukkig niet wakker van haar tijd in Griekenland. Maar de beelden gaan nog wel steeds door haar hoofd. "Niemand wil een kind voor zijn neus zien doodgaan."