Boijmans van Beuningen toont De Hooiwagen én De Marskramer in een tentoonstelling die Bosch en Breughel neerzet als de eerste schilders van het dagelijks leven. Voor deze tentoonstelling leende museum het Prado in Madrid De Hooiwagen uit. Voor het eerst in 450 jaar mocht het schilderij - een van de hoogtepunten uit de kunstgeschiedenis- op reis buiten de Spaanse grenzen.
PubliekstrekkerFriso Lammertse van het Boijmans twijfelt er niet aan dat De Hooiwagen de grote trekker van de tentoonstelling is. Hij hoeft maar om zich heen te kijken. Voor verreweg de meeste schilderijen in de zaal staan wel mensen, maar bij de Hooiwagen staat echt een rij: wie het schilderij wil zien, moet even wachten voordat hij dicht in de buurt van het meesterwerk komt. Het Boijmans denkt met de tentoonstelling in drie maanden zo'n 130.000 mensen te trekken. Zo wordt wel duidelijk wat er straks in Den Bosch staat te gebeuren als daar twintig panelen van Bosch hangen en nog minstens zo veel tekeningen.
"Je moet er eigenlijk een stoeltje bij zetten", zegt Eva Klein uit Hendrik-Ido-Ambacht over alle details in De Hooiwagen. Het drieluik toont een menigte die zich op een wagen stort met goudkleurig hooi maar die God die boven in het schilderij zichtbaar is compleet negeert. "Ook toen al ging het om graaien", voegt Eva Klein er aan toe.
BeschermheiligeOp de tentoonstelling hangt ook de Marskramer, een ander werk van Jeroen Bosch dat straks naar Den Bosch komt. En voor wie dan nog tijd heeft, in de kelder van het museum mag het publiek door een glazen raam heen kijken naar specialisten van Boijmans die bezig zijn met de restauratie van een schilderij dat Bosch maakte van Christoffel, de beschermheilige van de reizigers. Als dat paneel straks weer piekfijn in orde is, komt het ook naar Den Bosch.