De afgelopen maanden moest de ene na de andere winkelketen het ontgelden. Vertrouwde namen in veel Brabantse binnensteden dreigen te verdwijnen. Die ontwikkeling zou gapende gaten achterlaten in onze winkelstraten.
Belevenis moet rol spelenEen schrikbeeld voor gemeenteraden en vastgoedeigenaren, maar dat is helemaal niet nodig. Planoloog Leo Grunberg uit Eindhoven ziet winkelstraten voor zich die klaar zijn voor de toekomst: "Ik denk dat veel binnensteden niet alleen op detailhandel moeten inzetten maar ook op andere vormen van economie. Daarbij moet belevenis meer een rol gaan spelen en niet het kopen. Want spullen kopen kan ook op internet."
Het Tilburgse Dwaalgebied is zo'n toekomstbestendig winkelgebied. Winkelier Jolanda Hendriks was er een vroege pionier. Veel van de kleding die ze verkoopt, heeft ze zelf gemaakt: "We hadden 23 jaar geleden wilde plannen: een tattooshop in de kelder en een kookstudio erbij. Maar de tijd was er niet rijp voor. De laatste jaren is er juist behoefte aan wat ik zelf allemaal maak, dus nu ben ik ineens weer hip", lacht Hendriks.
Of winkels zoals de hare ook voet aan de grond krijgen in de traditionele winkelstraten betwijfelt ze. "Het voordeel hier is dat het veel particulier eigendom is. In de stad zit je met hele hoge huurprijzen, dat zal dan moeten veranderen."
'Niets doen geen optie'Grunberg beaamt dat. "Het is een opdracht voor drie partijen: de winkelier moet zijn aanbod veranderen, de gemeente moet bestemmingsplannen durven wijzigen en de vastgoedeigenaren moeten de huren verlagen."
Of de pandeigenaren dat ook van plan zijn, is maar de vraag. Al zal er volgens Grunberg niet veel te kiezen zijn. "Ze moeten wel. Het heeft geen nut om je pand leeg te laten staan in de hoop dat er een andere winkel komt. Niets doen is geen optie."