Provinciebestuurder Spierings: één op de drie varkensbedrijven haalt het niet
Dat zei Spierings vrijdag bij de presentatie van haar plan voor de Brabantse veehouderij. Dat borduurt voort op eerdere plannen van de provincie om in 2020 alleen nog duurzaam producerende bedrijven te hebben, die geen overlast veroorzaken.
Te langzaamZe vindt dat die overgang naar een duurzame veehouderij tot nu toe te langzaam gaat. "De provincie heeft zich tot nu toe te veel beziggehouden met de problematische kant van de veehouderij," zegt ze.
Nu zou de nadruk gelegd moeten worden op vernieuwing van de sector en de kansen die er zijn.
OndernemenderBoeren moeten daarvoor veel ondernemender worden, vindt ze. "Als boeren zich verdiepen in de markt waarvoor ze produceren is er nog wel geld te verdienen," aldus Spierings.
Voor een aantal bedrijven in de varkenshouderij is deze slag volgens haar niet meer te maken. Ze schat in dat 30 tot 40 procent van de bedrijven af zal moeten haken.
Ze vindt dat de banken deze bedrijven een uitweg moeten bieden, door hun verlies te nemen. Ook zouden stoppende boeren begeleiding moeten krijgen om de sociale gevolgen op te vangen.
Minder varkensVolgens Spierings zou het voor de prijs van het varkensvlees goed zijn als er in Brabant minder varkens geproduceerd worden. Of het stoppen van eenderde van de bedrijven daar ook toe leidt weet ze niet.
"Misschien zijn er grotere bedrijven die deze dierrechten overnemen," zegt ze. Ze vindt wel dat het voor sommige delen van het Brabantse buitengebied ook goed zou zijn als er minder dieren zouden zijn.
Schaalvergroting Spierings verwacht dat de sanering van de varkenssector tot een schaalvergroting zal leiden. Ze sluit niet uit dat er in de toekomst weer ruimte komt voor bedrijven groter dan anderhalve hectare.
In 2010 heeft Provinciale Staten tot deze maximum-omvang besloten, maar Spierings wil daar eventueel aan tornen als de veehouderij geen overlast meer veroorzaakt.