De 57-jarige Eindhovense controleerde vier jaar geleden het bloed van de bejaarde en dementerende vrouw. Ze corrigeerde de bloedwaarden van de vrouw door het toedienen van zes eenheden kortwerkende insuline.
Bij gebrek aan een prikpen gebruikte de verzorgster een andere spuit waardoor een niet nauwkeurige hoeveelheid insuline werd toegediend. De vrouw verzweeg dit. Als gevolg van het handelen van de Eindhovense verzorgster raakte de bejaarde vrouw uiteindelijk in coma.
De verzorgster werd een jaar na het incident aangehouden voor poging tot doodslag.
Niet roekeloos, wel onvoorzichtigDe rechter acht het onbewezen dat de vrouw bewust roekeloos handelde. Wel vindt de rechter dat de vrouw zeer onvoorzichtig was. Ook neemt de rechtbank het de voormalige verzorgster kwalijk dat ze niets zei over het verkeerd toedienen van de insuline. De vrouw verklaarde eerder dat ze niet weet waarom ze niets zei.
De bejaarde vrouw lag zes dagen in coma en ontwaakte uiteindelijk met een verminderd spraakvermogen. Het is alleen niet aangetoond dat het handelen van de verzorgster aanleiding is voor het verminderd spraakvermogen. Ouderdom kan ook de oorzaak zijn, meent de rechter.
Voorwaardelijke gevangenisstraf niet nodigHet Openbaar Ministerie eiste dat de vrouw tachtig uur werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar zou krijgen. De rechter ging hier niet helemaal in mee en gaf de vrouw een taakstraf van veertig uur.
De voorwaardelijke gevangenisstraf vindt de rechtbank niet nodig. De vrouw werd volgens de rechter al genoeg gestraft, omdat ze ontslagen werd en niet meer werkzaam in de gezondheidszorg mag zijn. Ook is dus bewust roekeloos handelen niet aangetoond.
Vrouw mocht niet als verzorgster werkenDe advocaat van de verdachte verzorgster pleitte voor vrijspraak, omdat zijn cliënte onder een te hoge werkdruk moest functioneren. Volgens de inspectie mocht de vrouw niet als verzorgster werken omdat ze onvoldoende was geschoold.