Het gebouw van het museum is één van de meest bijzondere museumgebouwen in de provincie. Het Museum voor Religieuze Kunst zit in de boerderij van een klooster waar nog steeds vijf Birgitinessen wonen. De Birgitinessen zijn een van de buitenwereld afgesloten orde.
Weinig bezoekersHet museum heeft al jaren moeite om publiek te trekken. Het aantal bezoekers per jaar ligt rond de 12.000. Daardoor, en door bezuinigingen bij de gemeente Uden, stond in de afgelopen jaren het voortbestaan van het museum op het spel. Het leek er op dat het museum dicht ging en dat de bijzondere collectie zou verhuizen naar het Noordbrabants Museum.
Maar de pessimisten kregen geen gelijk en op dit moment probeert het museum weer vaste voet aan de grond te krijgen. Besloten is van de nood een deugd te maken. Het klooster in Uden ligt ver weg en is voor veel mensen moeilijk te bereiken, maar het vormt een heel bijzondere omgeving. Het museum wil nu de band met het klooster nog zichtbaarder maken.
Weg met sobere jaren '70-entreeZo is de bedoeling dat het publiek straks niet meer binnenkomt via de sobere entree uit de jaren zeventig, maar door een poort in de oude kloostermuur die naar een kruidentuin leidt. Via die kruidentuin kom je dan in een door vrijwilligers gedreven museumcafé en alleen wie dan nog verder wil - het museum in - moet een kaartje kopen.
Op dit moment is het museum gesloten voor een verbouwing. Conservator Wouter Prins wist bij een aantal fondsen en particulieren ongeveer een half miljoen euro los te praten. De voor de vaste bezoekers vertrouwde zalen zijn leeg. Een bijzonder altaar gaat weer terug naar een kerk, een preekstoel ligt nog in stukken op de grond.
In september gaat het museum weer open al is de verbouwing dan nog niet helemaal achter de rug. Met de nieuwe aanpak hoopt het museum straks 20.000 bezoekers per jaar te trekken.