Einde van Satudarah nabij? Leider trekt fel van leer: ‘Ze hebben geen poot om op te staan’
De strijd van de overheid tegen omstreden motorclubs wordt vooral gevoerd door het Openbaar Ministerie. Met een groot aantal strafrechtelijke onderzoeken probeert justitie de ‘outlaw motorcycle gangs’ aan te pakken. Dit zijn motorclubs die zich volgens de politie laten kennen door verstoringen van de openbare orde, waarbij geweld en bedreigingen niet geschuwd worden.
'Er is nul bewijs'De afdelingen van deze motorclubs hebben veel leden, die zich met zware en ondermijnende criminaliteit bezighouden en eigen regels boven de regels van de rechtsstaat stellen. Pronk grijnst: “Dat we zo genoemd worden, is nergens op gebaseerd en kent geen enkele juridische onderbouwing. Er is nul bewijs dat er criminele activiteiten uitgevoerd worden uit naam van Satudarah.”
Zitten er dan helemaal geen criminelen bij Satudarah? Die vraag doet er niet toe, zegt Pronk. “Weet de landelijke volleybalbond iets af van de pedoseksuele handelingen van haar sporters? Is een tennisvereniging crimineel nu blijkt dat er een tennisleraar betrokken is bij een moord? Motorclubs worden aangesproken op individuele gevallen, niet op collectief gedrag. Dat is erg kwalijk.”
'Dit moeten we niet willen'Volgens Pronk zetten politie en justitie bewust in op ‘naming and shaming’. Met andere woorden: zodra een clublid ergens van verdacht wordt, dan zal de naam van diens motorclub prominent vermeld worden. Dat gebeurde volgens Pronk laatst nog met No Surrender. Justitie bracht het nieuws naar buiten dat Tjeu N., leider van het Moerdijkse chapter, verdacht wordt van betrokkenheid bij de gestrande smokkel van 1.200 kilo cocaïne.
“Daarmee gaan politie en justitie zelf voorbij aan één van de hoekstenen van ons rechtssysteem: we zijn in Nederland onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. En niet andersom”, zegt Pronk. “Deze manier van berichtgeving is bovendien gevaarlijk. Als er voortdurend wordt geroepen dat motorclubs crimineel zijn, dan komt er een moment dat het publiek daarin meegaat en zelf in actie komt. Dat moeten we niet willen.”
VrijwilligerswerkDe strijd tegen motorclubs neemt volgens Pronk dusdanige vormen aan, dat leden en hun families daar flink last van ondervinden. “Ik kan niet eens fatsoenlijk op het terras zitten zonder door agenten bekeken te worden”, zegt Pronk. “Bij sommigen is het erger gesteld. Zij worden niet aangenomen of de toegang tot een gebouw ontzegd vanwege hun lidmaatschap van een motorclub die niet als crimineel bestempeld is.”
Volgens de Nationale Politie doen Satudarah en andere motorclubs verwoede pogingen om zichzelf mooier voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn. Een beschuldiging die Pronk recht in het hart raakt. “Wij doen al jaren aan vrijwilligerswerk en dat doen we vanuit een goed hart. Vaak proberen we inzamelingsacties te houden voor zieke kinderen, maar wordt dat belemmerd doordat de overheid dwarsligt.”
'Ons ding is motorrijden'Pronk baalt van het plan van de politie, maar geeft ze weinig kans. “Ons ding is en blijft motorrijden. Meer is het niet. We vinden het prettig om samen te zijn en het land door te rijden. Dat moeten ze niet van ons afpakken. Pak de criminelen aan, niet de clubs. We dragen dan wel een jasje, de liefde voor motoren zit van binnen en dat pakken ze nooit af.”