Hoe de Duitsers in 1944 zes jonge Brabanders doodmartelden: 'Hun geschreeuw zit nog in mijn hoofd'
Een trein vol met SS-ers is in september 1944 onderweg van het front in Frankrijk terug naar Duitsland. Bij Budel-Dorplein ligt het spoor los, een sabotage-actie van het Nederlandse verzet. De trein ontspoort.
WraakDe Duitsers in de trein zijn woedend en trekken het dorp in. Ze zetten dorpelingen tegen de muur en bedreigen ze. "Een aantal mannen is toen weggevlucht," zegt Floor van Duijvenbode. "Dit waren verzetsmensen die gevangen NSB-vrouwen verstopt hadden." De Duitsers zetten de achtervolging in. Of de verzetsmannen ook iets met de sabotage te maken hebben, is niet duidelijk. "Hoogstwaarschijnlijk niet," zegt Van Duijvenboode.
De 12-jarige Christian Dor is thuis. Hij ziet hoe één van de verzetsmensen met getrokken pistool door de achtertuin rent. "Hij was helemaal in paniek, zijn gezicht stond heel angstig," vertelt Dor. "Ik vergeet het nooit meer, ik kende hem, hij was altijd zo stoer." De mannen verstoppen zich in het riet. Dor en zijn zus gaan nog brood brengen.
Koffiedrinken na het martelenMaar dan komen de Duitsers. Ze schieten eerst in het riet. "Om angst aan te jagen, denk ik," zegt Van Duijvenboode. Dan beginnen de martelingen. "Ik hoorde er eentje schreeuwen, au, au!" zegt Christian Dor. "Dat ging lang zo door, het was afschuwelijk. Het geluid zit nog steeds in mijn hoofd. De officieren kwamen koffie drinken later. Eén van hen zei dat hij goed werk had afgeleverd. Met een tevreden glimlach."
Vier jonge verzetsmensen vonden de dood, aan de voet waar nu de hoge bomen staan. Twee anderen, broers, werden meegenomen en vermoord op de plek waar de trein ontspoorde. "We hebben de bomen in laten wijden, we hebben een ceremonie gehouden, iemand blies de Last Post, vertelt Van Duijvenboode emotioneel. "Alle dorpelingen wachtten doodstil, totdat de laatste klanken waren weggestorven."