Duizenden pijpen één voor één gestemd, Robustelly-orgel kan weer jaren mee
Zondag de 29ste mag organist Jan van de Laar weer voluit gaan op 'zijn' Robustelly orgel. Sinds september kon hij niet terecht bij zijn eigen instrument omdat orgelbouwers het van binnen en buiten onder handen namen. De laatste weken heeft hij alweer een paar keer mogen proberen. Zijn kernachtige conclusie: "Spelen op dit instrument is een wonder."
Uit een Belgische abdij Het Robustelly orgel is in 1772 gebouwd, niet voor Helmond maar voor een abdij in België. 'Pas' in 1822 verhuisde het instrument naar Helmond. Sindsdien is er veel mee gebeurd maar bij een restauratie in 1973 werd het weer zo veel mogelijk in z'n originele glorie hersteld. Langzamerhand was het toch weer tijd voor een grote beurt. De pijpen, de klavieren en het mechaniek zijn allemaal minutieus nagelopen.
Deze week waren de orgelbouwers nog druk met het stemmen van de duizenden pijpen. Een flinke klus want het gebeurt per pijp. En waar Robustelly in 1772 ook mee bezig was, waarschijnlijk niet met de arbeidsomstandigheden van zijn 21e eeuwse opvolgers. De orgelbouwers van Verschueren moeten zich in nogal wat bochten wringen om in het duistere binnenwerk van het orgel overal goed bij te kunnen.
Met liefde Maar dat doen ze met liefde. Een van hen, Johan Zoutendijk, zegt: "De klank is mooi. Het mechaniek is heel bijzonder. Dit is zo'n instrument waardoor je weer weet waarom je orgelbouwer wilde worden".
Met een crowdfundingactie wordt geprobeerd geld bij elkaar te brengen om het orgel in de toekomst te onderhouden.