De Raad voor Cultuur kwam vorige week met een enthousiast advies over het Europees Keramisch Werk Centrum. Volgens de raad zijn de plannen van het EKWC voor de toekomst zo goed dat de organisatie weer rijkssubsidie verdient. Vier jaar geleden verloor de instelling de rijkssteun; daarop volgde een flinke reorganisatie én een verhuizing van Den Bosch naar een oude leerfabriek in Oisterwijk. Die verhuizing lijkt het EKWC nu noodlottig te worden.
De letter van de wet Wie de letter van de wet volgt, moet de minister gelijk geven. In de Haagse regels waarop zij zich beroept, staat BrabantStad omschreven als het grondgebied van Eindhoven, Den Bosch en Tilburg. Breda en Helmond zijn in die regels dus ook al afgevallen.
BrabantStad zélf (de vijf grote steden én de provincie) protesteert daar nu dus tegen. Volgens de cultuurwethouders van de vijf grote steden én provinciebestuurder Henri Swinkels gaat het in BrabantStad juist om de wisselwerking tussen stad en platteland en hoort Oisterwijk er dus wel degelijk gewoon bij.
Een raadselHet is overigens geen nieuws dat de minister BrabantStad anders ziet dan BrabantStad zelf. In het najaar is daar vanuit Brabant al tegen geprotesteerd maar de minister bleef bij haar standpunt. "En het is een raadsel voor ons waarom dat zo is", zegt de Tilburgse kunstwethouder Marcelle Hendrickx.
Het is nu voor het eerst dat dit verschil van mening zulke ingrijpende gevolgen heeft. De rijkssubsidie van drie ton is belangrijk voor de toekomst van het EKWC. Het geld is ook belangrijk voor een provincie als Brabant die nog steeds erg weinig rijksgeld voor kunst en cultuur krijgt.