Verreweg het meeste rijksgeld voor cultuur gaat naar de Randstad; Bussemaker kan dit niet veranderen
Grote Brabantse bedrijven - ASML werd met name genoemd - zien in die onevenwichtige spreiding een probleem. Buitenlands talent dat zij naar de provincie proberen te trekken, aarzelt omdat de culturele voorzieningen in de Randstad uitdagender zijn. Het is een verhaal dat de minister én een groot aantal Kamerleden herkennen.
Culturele kloof Op die culturele kloof tussen de Randstad en de rest van Nederland zijn veel berekeningen losgelaten. CDA-ster Madeleine van Toorenburg zei donderdagmorgen dat het rijk per inwoner van de Randstad 250 euro aan kunst en cultuur uitgeeft, per inwoner van Brabant ligt dat bedrag op minder dan drie euro. Zo'n verschil is volgens haar hoe langer hoe moeilijker uit te leggen aan Nederlanders buiten de Randstad.
Andere Kamerleden hebben becijferd dat van het rijksbudget voor kunst en cultuur ongeveer zeventig procent naar Noord en Zuid-Holland gaat. De rest van het land mag de overige dertig procent verdelen.
Nog veel onzeker De Kamercommissie praatte donderdagmorgen over het advies van de Raad voor Cultuur over het verdelen van rijksgeld voor 2017 tot 2020. Vooral voor Brabant is nog veel onzeker. De Philharmonie Zuid, het Zuidelijk Toneel én Opera Zuid moeten hun plannen voor de komende vier jaar verbeteren voordat ze op rijksgeld mogen rekenen. Het EKWC in Oisterwijk lijkt rijkssubsidie mis te lopen omdat de vestigingsplaats Oisterwijk niet in de officiële regels past.
Alle fracties maakten opmerkingen over de onevenwichtige verdeling van rijksgeld over het land. Bussemaker zelf zei er op dit moment weinig aan te kunnen doen. Ze wees er wel op dat theatergezelschappen uit de Randstad ook in andere provincies optreden. Ook ziet zij beter openbaar vervoer als een oplossing. Zodat bijvoorbeeld inwoners van Veldhoven makkelijker dan nu naar de Randstad kunnen reizen.
Fondsen Het advies van de Raad voor Cultuur dat donderdagmorgen werd besproken gaat maar over een deel van het rijksgeld. Een aantal fondsen (bijvoorbeeld het Fonds Podiumkunsten en het Mondriaanfonds) maakt de komende tijd bekend hoe zij (rijks)geld over het land gaan verdelen. Dat zou de situatie enigszins kunnen corrigeren al lijkt de ervaring uit het verleden daar niet op te wijzen.
De minister legt de verantwoordelijk deels terug bij de regio. Volgens haar is er de laatste jaren in veel gemeenten ook veel op kunst en cultuur bezuinigd.