Uit onderzoek was gebleken dat de politie inschattingsfouten heeft gemaakt. Dat mag niet meer gebeuren en vandaar dat er nieuwe afspraken zijn gemaakt, zo schrijft Art van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie, aan de Tweede Kamer.
De inschattingsfouten kwamen aan het licht door een onderzoek onder leiding van oud-burgemeester Bas Eenhoorn. Voor Van der Steur waren die aanleiding om korpschef Peter Noordanus te laten onderzoeken of de genoemde knelpunten uit het rapport Eenhoorn ook spelen in andere eenheden van korps Zeeland-West-Brabant.
Minister wil uiterste best doenVan der Steur spreekt van een afschuwelijk incident, dat 'helaas nooit helemaal kan worden voorkomen'. Hij stelt echter ook dat de ernst van dit soort zaken maakt dat wij ons uiterste best moeten doen om vroegtijdig in te grijpen en bescherming te bieden aan degenen die dat nodig hebben.
De betere aanpak voorziet in een duidelijke regie, een betere dreigingsanalyse en alerter reageren op dreigende signalen. De vier deelnemende teams, verdeeld over de korpsen Zeeland-West-Brabant en Den Haag, gaan de nieuwe werkwijze enkele maanden beproeven. Uiteindelijk moeten de opgedane ervaringen tot maatregelen die ook elders in het land zullen worden doorgevoerd.