De komende vijf jaar hebben de twaalf provincies, naar eigen zeggen, eerste schatting 373 miljoen euro nodig voor de restauratie van 36 beeldbepalende rijksmonumenten.
Tientallen miljoenen nodig voor restauraties in Breda en Den BoschIn Brabant zijn er tientallen miljoenen nodig om zulke ‘kanjermonumenten’ te restaureren.  
Het restaureren van de Sint-Janskathedraal in Den Bosch en de Grote Kerk in Breda kost volgens de provincie respectievelijk 10 en 27 miljoen euro. Samen met de Saint Louis-kapel in Oudenbosch (3,5 miljoen) staan die drie monumenten bovenaan de prioriteitenlijst van de provincie.
“In het Saint Louis moet bijvoorbeeld echt heel erg veel gebeuren, daar loopt het onderhoud jaren achter”, zegt een woordvoerder van de provincie.
“Met de restauratie van de Grote Kerk, het Sint Jan en de kapel kunnen dit of volgend jaar beginnen. Maar ieder monument in Brabant kost geld en dient te worden gerestaureerd. Het betreft oude gebouwen, dus alleen al in structureel onderhoud lopen de kosten ieder jaar snel op."
Daarnaast wil Brabant ook meer geld voor de restauratie van het Bossche gerechtsgebouw (kosten 10 miljoen), Seminarie Bovendonk in Hoeven (8 miljoen), Fort Sabina in Willemstad (5 miljoen) en Weverij de Ploeg in Aarle-Rixtel (5 miljoen).
Maandag overlegDe provincies zijn sinds 2012 verantwoordelijk voor het restaureren van alle Rijksmonumenten. Zij krijgen daarvoor jaarlijks 20 miljoen euro van de overheid.
Dat is te weinig, menen de provincies. Ze willen van het Rijk een ‘meer realistisch' budget voor restauraties, anders dreigt volgens het IPO een aantal iconische monumenten verloren te gaan.
Een delegatie van de provincies bespreekt de problemen maandag met cultuurminister Jet Bussemaker.
Opknapklussen buiten BrabantAndere rijksmonumenten die buiten de provincie moeten worden opgeknapt zijn onder meer het Centraal Station in Amsterdam (50 miljoen), Paleis Soestdijk (45 miljoen) en de Domtoren in Utrecht (20 miljoen).
Het opknappen van de Maastunnel in Rotterdam, de oudste tunnel van Nederland,gaat volgens de provincies ook nog eens zo'n 262 miljoen euro kosten.