Gedeputeerde wil in najaar 'boter bij de vis' voor Brabantse monumenten

27 juni 2016 om 19:10
nl
In de vergadering met de Nederlandse provincies heeft minister Bussemaker vanmiddag niet meteen de portemonnee getrokken voor de restauratie van grote rijksmonumenten. Volgens de provincies zit er een fors verschil tussen het bedrag dat nodig is voor die kanjermonumenten en het geld dat het rijk nu beschikbaar stelt. "De minister moet echt met meer geld over de brug komen," zei de Brabantse gedeputeerde Swinkels vanmiddag op de terugweg uit Den Haag.
Profielfoto van Windhorst Peter Pim
Geschreven door
Windhorst Peter Pim

De provinciebestuurders hadden er bewust voor gekozen om hun stellingname tevoren in de publiciteit te brengen. Een koers waar de minister naar verluidt van opkeek. De komende maanden gaan de partijen met elkaar in overleg. "In het najaar praten we weer met de minister," zegt Swinkels. "Hopelijk komt ze dan met boter bij de vis".
Provincies betalen meeDe Brabantse gedeputeerde sluit overigens ook niet uit dat de provincies tegen die tijd meer aan het instandhouden van rijksmonumenten zullen  betalen.
Onderwerp van gesprek waren vandaag de grote bedragen die nodig zijn om een aantal van de Nederlandse topmonumenten in stand te houden. De provincies hebben becijferd dat er voor restauratie van een aantal hele grote monumenten zo'n 370 miljoen euro nodig is, een bedrag wat over een aantal jaren kan worden uitgesmeerd.
Grote Kerk Brabants in het rijtje topmonumenten zijn onder meer de Grote Kerk in Breda, de St. Jan in Den Bosch, weverij De Ploeg in Bergeijk, het Bossche gerechtsgebouw, seminarie Bovendonk in Hoeven en fort Sabina bij Willemstad.
Volgens Swinkels zal de lijst van de provincies de komende maanden nog eens tegen het licht worden gehouden. "Maar als we het er over eens zijn dat deze gebouwen behouden moeten worden, ligt daar een belangrijke taak voor het rijk én de provincies,"aldus de gedeputeerde.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.