De vrouw staat nu op een wachtlijst omdat er ergens anders niet direct een wagen beschikbaar is. Het kan tientallen jaren duren voordat ze aan de beurt is.  Volgens het College voor de Rechten van de Mens had de gemeente voor meer standplaatsen moeten zorgen. Nu dat niet zo is wordt de vrouw volgens het College gediscrimineerd ten opzichte van burgers voor wie in vergelijkbare gevallen veel sneller een sociale huurwoning beschikbaar is.
Geen uitsterfbeleidDe gemeente Eindhoven voert geen uitsterfbeleid als het gaat om woonwagenplaatsen. Eindhoven wil zelfs meer plaatsen, maar nou net niet aan de Heezerweg. Daarom mogen vrijgekomen plaatsen daar niet meer worden verhuurd.
Het College voor de Rechten van de Mens concludeert dat de gemeente een woonvisie heeft waarin staat dat er genoeg sociale woningen zijn voor mensen die daarvoor in aanmerking komen. Maar in de woonvisie staat niks over voldoende wagens voor woonwagenbewoners. De vrouw komt voorlopig dus niet in aanmerking voor een woonwagenstandplaats. Het College oordeelt daarom dat de gemeente Eindhoven de vrouw discrimineert.
Wooninc wordt ook beschuldigd van discriminatie. De corporatie had moeten zien dat het beleid van Eindhoven in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en Wooninc had aan de bel moeten trekken.