Henk van Esch maakte als fotograaf alles van dichtbij mee. “Het mooiste vond ik dat een dag voor aanvang van de tour de koeien nog in de Brabanthallen stonden” zegt hij. “In een dag tijd gingen de koeien er uit, kwamen er schoonmaakploegen en werd het podium opgebouwd, maar je rook de strontlucht nog.”
Nat pakJoke van der Beek was destijds loco-burgermeester van Den Bosch, ze wist niet wat ze mee maakte. “Ik werd geleefd. Het ene moment was ik bezig gasten te ontvangen en niet veel later moest ik de renners wegvlaggen bij de start."
“Maar dat beeld van al die trappende beentjes en al dat publiek er omheen vergeet ik nooit meer. Het was enorm slecht weer, maar de mensen vonden het niet erg dat ze een nat pak hadden, fantastisch.”
BlijlevensSprinter Jeroen Blijlevens uit Rijen was door de organisatie neergezet als boegbeeld van de Bossche tourstart. Hij wilde de massasprint in de tweede rit dan ook graag winnen. Dat lukte helaas niet, hij werd tweede achter Fransman Frédéric Moncassin.
“We deden als ploeg alles goed, ik was zelf goed, maar als er dan iemand net op die dacht nog iets beter is, is dat zuur. Moncassin en ik zijn nooit vrienden geworden.” Een paar dagen later haalde Blijlevens revanche door de fransman in de sprint te verslaan. “Maar ik had het liever andersom gezien, dan had ik in Den Bosch gewonnen.”
Grand Depart 2026?Als het aan de Bosschenaren ligt komt de Tour de France weer zo snel mogelijk naar Den Bosch. Joke van der Beek: “Ik gun het de mensen die het toen niet mee konden maken om het nu nog eens te beleven. Maar het kost zeker tien jaar voordat je dat evenement  binnen hebt.”
Van Esch: “Ik denk dat het heel moeilijk wordt om de start van de tour nog eens naar Den Bosch te halen. Dat kost waarschijnlijk teveel geld. Maar als het lukt is dat fantastisch, het zet de stad internationaal op de kaart.”
Vooralsnog lijkt een rentree van de tourstart in Den Den Bosch uitgesloten en denkt men met weemoed terug aan de tourstart van 1996.