Volleybalsters Beliën en Balkestein naar halve finale met Oranje
Oranje gaat om een plaats in de olympische finale donderdag strijden met de winnaar van de partij tussen Brazilië en China. Daarmee hebben de volleybalsters al een mijlpaal bereikt. De vijfde plaats in Atlanta 1996 was tot dusverre het beste resultaat ooit. Daarna ontbrak Nederland telkens op de Spelen.
De basis bestond uit Laura Dijkema (spelverdeler), Lonneke Sloetjes (diagonaal), Judith Pietersen en Anne Buijs (passer-lopers), Robin de Kruijf en Beliën (midden) en Debby Pilon-Stam (libero). Pietersen stond op de plaats van aanvoerster Balkestein-Grothues, die na een kuitblessure voorzichtig werd gebracht. Tegen Servië begon Celeste Plak nog op die positie in de basis.
Voortvarende startOranje, bij het olympisch kwalificatietoernooi in Japan nog weggeblazen door de Koreaanse vrouwen, startte voortvarend en liep uit naar 8-5. De Koreaanse sterspeelster Kim Yeon Koung had op dat moment alle punten voor haar rekening genomen, meteen ook de achilleshiel van het team dat vier jaar geleden op de Spelen van Londen nog tot de halve finales reikte. Bij een 21-16-voorsprong kwam Balkestein-Grothues voor het eerst sinds haar uitvallen een week geleden tegen de Verenigde Staten weer even binnen de lijnen voor een rondje passen. Niet veel later hielp Pietersen met een niet goed verwerkte service Oranje aan winst van de eerste set. De sterke opslag van Pietersen deed Nederland in de tweede set al snel uitlopen naar 8-3. Het team van Guidetti heerste op alle fronten met Pietersen, Sloetjes en Buijs als afmakers. Na 21 minuten stond het al weer 25-14.
Medaille lonktEen snel einde leek haalbaar, maar Zuid-Korea liep in de derde set snel weg. Na drie gemiste setpoints was het alsnog 25-23. Maar Nederland hervond zich op tijd, waarmee een medaille lonkt.