De man kwam in 2014 al in beeld nadat er een DNA-hit was met het DNA dat in 1997 gevonden was, maar werd hiervoor niet aangehouden. De uitkomsten van het DNA-onderzoek bij het Openbaar Ministerie en politie zouden niet goed zijn verwerkt. Er is daardoor toen geen actief onderzoek gestart.
VermogensdelictDe verdachte kreeg in 2014 een taakstraf van veertig uur vanwege een vermogensdelict en moest vanwege die veroordeling DNA afstaan. Het afgenomen DNA van de verdachte is toen vergeleken met sporen uit de DNA-databank. Dit leverde in juni 2014 een hit op: het DNA-profiel van verdachte bleek te matchen met een ingezonden spoor uit een zedenzaak uit 1997.
Een woordvoerder van justitie zegt hierover: “Na zijn arrestatie in 2014 is er een match geweest met het zedendelict uit 1997. Die had moeten leiden naar zijn aanhouding, maar dat is niet gebeurd. Hoe dat kan, wordt onderzocht.”
Fout in communicatie De fout moet daarom in de communicatie zitten. “In feite is het bij de informatieverwerking fout gegaan. Het is ergens tussen de DNA-hit bij het Nederlands Forensisch Instituut het doorsturen hiervan naar justitie verkeerd gegaan. Met het DNA zelf was niks mis.”
DNA-matchOp 20 juni 2016 is er naar aanleiding van de DNA-match weer contact opgenomen met de politie Oost-Brabant. Het Openbaar Ministerie Oost-Brabant is daarop een onderzoek gestart naar aanleiding van het signaal van de politie dat er een DNA-hit bekend was met een zedenzaak uit 1997.
Uit het onderzoek is onder meer naar voren gekomen dat de nu aangehouden verdachte tussen 2014 en 2016 niet in aanraking is gekomen met politie en justitie. Er zijn ook geen DNA-matches met andere zaken.
De man is vandaag voorgeleid aan de rechter-commissaris. De rechter-commissaris heeft de man in bewaring gesteld.