Kunst met een grote K en een zachte G, Brabants culturele superhelden onderscheiden
Charles de Mooij Charles de Mooij werkt sinds 1986 bij het Noordbrabants Museum; in 2007 werd hij de directeur. Zijn grootste succes was de tentoonstelling 'Visoenen van een Genie' in het Jeroen Boschjaar (2016) waarvoor bijna twintig schilderijen van Jeroen Bosch uit de hele wereld naar de geboortestad van de schilder terugkwamen.
"Een bijna onmogelijke opgave", noemt De Mooij het zelf in een filmje over de tentoonstelling. Maar het lukte en er kwamen meer dan 400.000 mensen kijken. Het was ook de kans voor De Mooij om zijn gaven als diplomaat te testen.
Als er iets vloeken in de kerk is, is het om aan het Prado in Madrid, hét museum dat Bosch bijna als Spanjaard claimt, schilderijen te leen te vragen om vervolgens heel precies uit te leggen waarom een deel van die schilderijen niet door Jeroen Bosch is geschilderd. Het Prado was 'not amused' en hield een aantal schilderijen in Madrid maar Charles de Mooij werd wel uitgenodigd voor het officiële diner bij de opening van de grote Jeroen Bosch-expositie in het Prado.
Met 'Visoenen van een Genie' speelde het Noordbrabants Museum met Charles de Mooij in een andere divisie dan in de jaren ervoor. Dat is mooi maar het heeft ook gevolgen voor de toekomst. Door de grote Bosch-tentoonstelling zijn er contacten gelegd met internationale musea waar het Noordbrabants Museum in de jaren ervoor nauwelijks bekend was. De kans is groot dat dat de komende jaren ook meer mooie bruiklenen gaat opleveren.
Het was Charles de Mooij die samen met zijn voorganger Jan van Laarhoven besloot dat het Noordbrabants museum een museum voor het grote publiek moest worden. Dat gebeurde toen met vrolijke tentoonstellingen over de jaren vijftig en zestig waar ook zure reacties op kwamen. Maar het was die ambitie die uiteindelijk ook leidde tot de ingrijpende vernbouwing van het Bossche stadspaleis in een museum waar een aantal tentoonstellingen tegelijk gehouden kon worden: blockbusters én artistieke tentoonstellingen voor de fijnproevers.
De Mooij is een man die niet snel het achterste van zijn tong laat zien. Maar de Brabanders hebben de afgelopen jaren gezien hoe hij op honderd verschillende manieren 'trots' kan zijn.
Hendrik DriessenNet voordat het vernieuwde gebouw van De Pont aan het eind van de vorige zomer werd opgeleverd, demonstreerde directeur Hendrik Driessen trots de open haard in de lounge van zijn museum. Het is een open haard met afstandsbediening. Typisch voor Driessen die een grote liefhebber is van technische gadgets, misschien dat zijn hobby als piloot daar iets mee te maken heeft. Maar het was ook typisch voor Driessen die een enorm oog heeft voor detail; hij wil weten hoe dingen werken én hij wil dat ze goed werken.
Museum De Pont bestaat dit jaar 25 jaar. Het museum is letterlijk een cadeau voor Tilburg en Brabant. Het is een organisatie die zelfstandig draait op een fonds nagelaten door de zakenman Jan de Pont; er komen geen subsidies aan te pas. Tentoonstellingen in De Pont krijgen regelmatig waarderende recensies; kunstenaars komen er graag.
Hendrik Driessen is de eerste directeur van De Pont. Hij stond aan het roer bij de verbouwing van de oude textielfabriek tot een museum dat nu bekend staat om het prachtige licht, bij de opbouw van een collectie, bij het leggen van contacten met kunstenaars over de hele wereld en laatst weer bij de uitbreiding van het museum met een nieuwe zaal en een groter restaurant. Door zijn onafhankelijke positie kan Driessen bij dat alles telkens weer kiezen voor de kwaliteit die hij al 25 jaar voor ogen heeft.
"Door kunst ga je op een andere manier naar de wereld kijken," is een uitspraak waar Driessen regelmatig mee op de proppen komt. De Pont is een museum waar de bezoeker zich even terug kan trekken van de dagelijkse besognes om zich te laven aan de kunst, om gesterkt en geinspireerd weer op pad te gaan.
Hendrik Driessen is trots op zijn museum, trots op zijn prestatie. De leukste ontmoetingen met hem zijn de momenten waar zijn enorme plezier in zijn werk naar boven komt, de momenten waarop je hem ziet staan en genieten van de kunst die hij naar Tilburg heeft gehaald.
Marc MuldersIn het Museum voor Religieuze Kunst in Uden is nog een paar dagen een expositie te zien met werk van de Brabantse kunstenaar Marc Mulders. Het is een mooie - kleine - overzichtstentoonstelling waarin uiteenlopend werk van Mulders wordt gecombineerd met kunst uit het museum.
De link tussen Mulders en het Museum voor Religieuze Kunst is al oud. Aan het begin van zijn artistieke loopbaan exposeerde Mulders al in Uden, dat was in de tijd dat religie in de kunst zeker geen modieus onderwerp was. Mulders sprak in die tijd onverholen zijn belangstelling uit voor dat wat de tijdelijke mens verbindt met het eeuwige.
Dat maakt de kunstenaar geen kritiekloze volger van den kerk. Uiteindelijk - toen de katholieke kerk niet kritisch reageerde op een holocaust-ontkennende bisschop - stapte Marc Mulders op als lid van die kerk. Het was afscheid van een organisatie en niet van een artistiek thema; op de expositie in Uden staat als een van zijn nieuwste werken een glazen kunstwerk geinspireerd op de deur van een beroemde moskee.
Samen met een aantal collega's begon hij zijn carriére in de Tilburgse School, een naam die verwees naar het gebouw waarin hun atelier zat. De groep is alweer jaren uit elkaar maar heeft een aantal opzienbarende kunstenaars opgeleverd
Inmiddels is Marc Mulders landelijk bekend. Voor het 25-jarige ambtsjubileujm van koningin Beatrix mocht hij in 2005 een nieuw raam maken voor de Nieuwe Kerk in Amsterdam Later maakte hij ook een raam voor de St. Jan in Den Bosch met daarin een paneel waarin de aanslag op de Twin Towers in New York is verwerkt.
Mulders vindt het niet erg om kunst te maken die mooi is. Hij combineert het met een voorliefde voor ambachtelijkheid en gedegen werk. Het is een combinatie die regelmatig bijzondere ervaringen oplevert voor het publiek dat bereid is om goed te kijken.