En dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht
Oppenheimer tekende naar aanleiding van de stoomuitval een soort vissenkom, een vissenkom die bijvoorbeeld in een Amsterdamse huiskamer zou kunnen staan. Door de stroomuitval zwommen de vissen uiteraard ook in het pikdonker en op dat moment komt de mooiste provincie van Nederland in beeld.
Licht in de duisternisMinstens één vis moest volgens de tekenaar aan ons denken, aan Brabant. "En dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht", lijkt de vis in zijn donkere water te verzuchten. Een tekst die wij, trotse Brabanders, uiteraard kennen van ons officieuze volkslied Brabant van Guus Meeuwis. Daaag donker Amsterdam, blub.
"De Peel en de Kempen en de Meierij, maar het mooiste aan Brabant ben jij dat ben jij. Ik loop hier alleen in een te stille stad, Ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad. Maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dichtEn dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog lichtEn dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog lichtEn dan denk ik aan Brabant, want daar brandt nog licht"