'Heb meer knock-outs op mijn naam dan Rico Verhoeven wedstrijden', Remy Bonjasky over titanengevecht
Bonjasky deed in december het tv-commentaar bij de wedstrijd tussen Verhoeven en Hari. "Die hype was voor Nederlandse begrippen gigantisch. Het was leuk, zoveel man in de zaal. Een mooi spektakel, daar kan ik niet omheen."
Ernesto Hoos en Peter AertsMaar het affiche Verhoeven-Bonjasky klinkt ook niet verkeerd. Ondanks het grote leeftijdsverschil van veertien jaar. "Maar in principe moet dat niets uitmaken", vindt Bonjasky. "De grootste groep Nederlanders die nu kijkt, kent de geschiedenis van het kickboksen niet. Die kijkt naar het leeftijdsverschil en denkt: oeh, dat is groot. Maar als je kijkt naar het verleden: mannen zoals Ernesto Hoos en Peter Aerts... Die zijn nog gewoon in gevecht gegaan met jongens van 25 toen zij 40 of 41 waren. Leeftijd is dus niet altijd een factor. George Foreman was 46 toen hij tegen Axel Schultz vocht en de wereldtitel veroverde. Dus ja... leeftijd is maar een getal."
Bonjasky ziet zijn leeftijd juist als voordeel. "Qua niveau denk ik niet dat ik veel verschil met Rico, maar ik neem een brok ervaring mee. Ik heb meer knock-outs op mijn naam dan Rico wedstrijden."
Niet halfbakken in de ringHij schat in dat hij een halfjaar nodig heeft om weer topfit te worden. Probleem is wel dat hij zijn zakelijke beslommeringen dan op een lager pitje moet zetten. "Ik ben drie jaar geleden gestopt en ben sindsdien andere dingen gaan doen", legt Bonjasky uit.
"Ik ben een franchiseproject gestart, ik open andere Bonjasky-academy's in andere sportscholen en dat wil ik voortzetten. Daar moet ik nu minder aandacht aan geven. Daarnaast heb ik ook onder meer een kledinglijn. Met al dat soort dingen ben ik bezig en die wil ik voortzetten. Om dit voor elkaar te krijgen en daarnaast te gaan trainen, daar moet je goed over nadenken. Je moet er bij zo'n gevecht vol voor gaan. Als je halfbakken in de ring gaat staan tegen Rico, wordt het een moeilijke zaak."
'Bijzonder in deze wereld'Een ander probleem vormt zijn zwakke rechteroog. Kenners waarschuwden hem al eerder dat hij blind kan worden als hij daar nog eens een klap op krijgt. Bonjasky vindt het begrijpelijk dat mensen beginnen over zijn oogblessure.
"Maar aan de andere kant: voordat ik K1-kampioen werd, had ik dit probleem ook al. Dat was in 2002. Ik stond toen net aan de poort van de K1. Toen was het al de vraag of ik hiermee moest doorgaan. Maar als ik het niet had gedaan, had ik nooit wat gewonnen. Dat is een klein beetje het eigenwijze van mij. Dat ik dingen doe waar anderen nee zeggen. Mensen die iets niet doen, worden nooit bijzonder. Wie wél risico neemt, wordt bijzonder in deze wereld."