Politieke partijen steunen ombudsman voor erkenning Q-koortspatiënten
In het rapport ‘Q-koorts, een kwestie van erkenning’ doet de Nationale ombudsman een aantal aanbevelingen. Zo stelt hij onder meer dat patiënten zich nog steeds niet erkend voelen en dat dit hun herstel in de weg staat. Vandaar dat hij een concreet gebaar van de overheid wil.
ZIE OOK: Ombudsman roept overheid op: Maak excuses aan Q-koortspatiënten
'Schadefonds voor patiënten'“Er moet een schadefonds komen voor slachtoffers van de Q-koorts. De sector zal daar substantieel aan moeten bijdragen”, laat Attje Kuiken namens de PvdA weten. De partij wil ook dat het bevolkingsonderzoek naar Q-koorts wordt doorgezet en dat stichting Q-uestion jaarlijks 10 miljoen ontvangt voor hulp aan mensen met chronische Q-koorts.
Hanke Bruins Slot van het CDA: “Het rapport bevestigt wat wij in 2013 hebben voorgesteld en onlangs hebben gesteund: een vorm van tegemoetkoming aan de slachtoffers bij schade en de opdracht aan de regering om verschillende opties te laten uitwerken om een schadefonds voor Q-koortsgetroffenen in te stellen."
ZIE OOK: Provincie: 'Steun voor Q-koortspatiënten moreel noodzakelijk'
VVD-Kamerlid Helma Lodders omarmt de aanbeveling om kennis over Q-koorts en de begeleiding aan patiënten beter te delen. "Een toekomstig kabinet moet dan ook de optiesuitzoeken, waaronder een vorm van tegemoetkoming", aldus Lodders.
'Tijd voor gebaar'“Het is nu ruim tien jaar geleden dat de Q-koorts uitbrak. Het is tijd voor een concreet gebaar van de overheid voor de patiënten, zodat zij zich erkend en gehoord voelen'', aldus D66-Kamerlid Fatma Koser Kaya.
Stichting Q-support, die de belangen van patiënten behartigt, is blij met het rapport van de ombudsman. “Het gaat hier om erkenning van de indringende problemen waar veel patiënten zich bijna 10 jaar na de uitbraak nog steeds voor gesteld zien. Het zou heel mooi zijn als overheid en patiënten hier samen uit komen. Fijn dat de Nationale ombudsman een handreiking doet om dit gesprek te faciliteren”, aldus directeur Annemieke de Groot.