Arie Ribbens brak begin jaren tachtig door met de carnavalshits 'Brabantse nachten zijn lang' en 'Polonaise Hollandaise'. Eind vorig jaar bleek dat de longkanker, waar de Eindhovense zanger in 2009 ook al aan was geopereerd, opnieuw terug was. “Maar daar is hij van genezen”, vertelt zijn vrouw. Hoewel veel ziektes en aandoeningen inmiddels verleden tijd zijn, gaat het verre van goed met haar Arie. “Hij kan vanwege zijn ademnood maar weinig hebben en bijvoorbeeld lopen, zichzelf scheren of douchen is al te zwaar.” ZIE OOK: Feestzanger Arie Ribbens (78) stopt met zingen: 'Mijn stembanden zijn onherstelbaar beschadigd' Elke dag gaat Cea naar het ziekenhuis in hun woonplaats Nordhorn (Duitsland). “Ik was hem daar zelf en scheer hem. Ik ben er elke dag vanaf een uur of negen. Dan eet ik thuis wat. Daarna ga ik weer naar hem terug.” En dat wordt enorm door Arie gewaardeerd. “Tegen de zusters zegt hij dan dat ik de liefste vrouw van de wereld ben”, lacht ze. 'In voor- en tegenspoed'Klagen over de zware tijd, doet Cea niet. Sterker nog, dat lijkt in haar woordenboek niet voor te komen. “We zijn in voor- en tegenspoed getrouwd. Ik doe het met liefde en dan kost het absoluut geen energie”, vertelt ze. “En vandaag was er gelukkig goed nieuws, want het hartonderzoek is goed gegaan.” “Ik denk dat hij nooit helemaal de oude wordt, maar alle dingen die we de komende tijd nog kunnen doen, die doen we”, reageert ze monter. Volgens haar moet je niet verlangen naar de dingen die je niet meer kan, maar juist kijken wat wel nog kan. “We hebben het fijn en leuk, we genieten gewoon dubbel als het kan!” Op pad met de scootmobiel“Ik zet hem gewoon in de scootmobiel en dan ga ik naast hem lopen. En met de opvouwbare scootmobiel in de auto kunnen we makkelijk nog een trip naar Kroatië maken of langs bij vrienden in Spanje”, kijkt ze vooruit. “Want om nu al achter de geraniums te gaan zitten...” Nee, daar moeten Cea en Arie echt nog niet aan denken! Hoe lang Arie nog in het ziekenhuis moet blijven, kan Cea niet inschatten. "Dat gaat helaas nog wel een tijdje duren, denk ik."